de burgemeester Cornells Koert, die met één van haar dochters is getrouwd. Haar dochter Elisabeth is op 14 december 1904 gehuwd met Adolf Geill, de jongste zoon van Jan Adam. Examen In de 'Gewone Vergadering van Donderdag den 2 Januarij 1840, des namiddags ten 5 ure' van de 'Provinciale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt' verschijnt Jan Adam Geill 'tot het afleggen van Examen als Plattelands Heelmeester'. Hij wordt dan 'in de Heelkunde onder vraagd: na afloop waarvan besloten werd, dat Examen te vervolgen op den 9en dezer maand, des nademiddags ten 5 ure: bij welke gelegenheid hij tevens voor de Vergadering zal moeten verbinden eene gesupponeerde fractura van de tibiae et fibulae, waarvan aan hem Requestrant kennisgeving geschiedde.' Op 9 januari is het vervolg van het exa men. Na de aangekondigde verbandoefe- ning wordt Jan Adam opnieuw in de heel kunde ondervraagd, vervolgens in de geneeskunde en tenslotte in de artsenij- mengkunde. Jan Adam voldoet alleszins aan de eisen die aan hem worden gesteld. Zodoende wordt besloten 'denzelven tot Plattelands Heelmeester te bevorderen. Hem hiervan zijnde kennisgegeven legde hij den gevor derden eed in handen van den President af, en na het Register wegens de bekend heid der validiteit zijner admissie in deze Provincie geteekend te hebben, ontving hij zijne instructie en verdere vereischte stuk ken, zullende aan hem van deze Promotie diploma in forma worden uitgereikt'.16) Het werk kan beginnen. Vanaf nu gaat Jan Adam als de heelmeester J.A. Geill junior door het leven. Dit ter onderschei ding van vader Geill, die dezelfde voorna men heeft. Het noodzakelijke examen om eveneens als vroedmeester te kunnen fungeren, legt Jan Adam af op 8 oktober 1840. wordt vervolgd Noten: 1. a. Levensgeschiedenis van een Zuid-Bevelandschen wees. Bijdrage tot kenschetsing van Zuid- Bevelandsche toestanden, gebruiken en eigenaardig heden, door een weezenvriend. Uitgegeven ten voor- deele van het opterigten Zuid- en Noord-Bevelandsch plattelands-Weeshuis, oorspronkelijk door Drukkerij van F. Kleeuwens Zoon, Goes, 1868; opnieuw uitge geven door de Heemkundige Kring De Bevelanden in 1978. b. Jantje Fief, Levensschets van een Zuid-Bevelandse wees, door Valknis, herschreven door Marius J. Goud. Oorspronkelijk uitgegeven ten voordele van de Vereeniging tot Weezenverpleging voor Zuid- en Noord-Beveland; heruitgegeven door drukkerij en boekhandel Van Velzen, Krabbendijke, 1978. 2. Oefenaar: lid van een protestantse gemeente die gods dienstige bijeenkomsten leidde en daarin voorging. Dit gebeurde in gevallen dat er geen predikant beschikbaar was. Jan Adam doelt hier waarschijnlijk op de periode 1835-1837. Hij verbleef toen als hulpon derwijzer in het in de buurt van Zaamslag gelegen Hontenisse. 3. Het merendeel van de feitelijke informatie in deze paragraaf is ontleend aan gegevens die verstrekt zijn door de heer en mevrouw Rozema-Geill te Abbenes. 4. Als Jan Adam Geill de woning te Nisse in 1823 betrekt, blijkt deze eigendom te zijn van Comelis Verhoeven, die zich in 1821 als heel- en vroedmeester te Brouwershaven heeft gevestigd. Dit lezen we uit een op 13 november 1823 door Comelis Verhoeven aan ds. D.A. Buijt verstrekte volmacht om de woning voor hem te verkopen. Hoewel we daarvoor geen bewijzen heb ben gevonden, lijkt het waarschijnlijk dat Comelis Verhoeven als voorganger van Servaas de Klerk als heel- en vroedmeester te Nisse gevestigd is geweest. Voor het feit dat op basis van deze volmacht volgens de notariële akte op 11 mei 1824 het woonhuis nummer 35 (en niet nummer 55) door ds. Buijt aan Jan Adam Geill wordt verkocht, hebben wij geen verklaring. Als vaststaand kunnen wij aannemen dat de familie Geill in Nisse niet verhuisde naar een andere woning. De woning aan het Dorpsplein nummer 19 bleef de prak tijkwoning van de huisarts tot omstreeks 1925. In 1931 werd de woning door nazaten van de familie Geill ver kocht aan de kleermaker De Schipper. Vanaf kort na de Tweede Wereldoorlog, toen Nisse geen eigen huis arts meer had, tot 1992, hield de huisarts van 's-Heer Arendskerke er vier maal per week spreekuur. Geen wonder dat de woning nog altijd als 'het doktershuis' bekend is. a. Gem. archief Goes, notarieel archief, inv.nr. 1418, akte 3582; b. C.M. van Hoom, Overzicht van doctores medicinae, heelmeesters en artsen in Zierikzee en op Schouwen- Duiveland gedurende de 19de eeuw, Zierikzee, 1991; c. mondelinge informatie van mevrouw D. de Schipper) 5. J.C. de Man, De Geneeskundige school te Middelburg, hare lectoren en leerlingen, Middelburg, 1902, pag. 172. 6. Rijksarchief in Zeeland (RAZ), Naamlijst der predi kanten van Zeeland, bewerkt door W.M.C. Regt. 7. W.E.P. van Ysseldijk, Oude boerderijen in Zeeland, Nisse, 1975, pag. 222. 8. J. de Ruiter, Nisse, dorp aan de Zwake, Goes, 1996, pag. 27. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1999 | | pagina 14