Linden in de Zak (deel i) en reactie van de heer J. Maas Op het artikel 'Linden in de Zak' (deel I) is een reactie binnengekomen van de heer Johan Maas uit Kamperland over de leef tijdbepaling van bomen. In gesprek met de auteur heeft hij zijn deskundigheid op den- drologisch gebied samengevat in een rap portage over zijn onderzoek naar de ouder dom van de omgewaaide lindeboom aan de Lenshoekdijk te 's-Gravenpolder, aan de hand van de afgezaagde schijf. Hieronder volgen enkele passages uit bedoelde rap portage van 25 oktober 1999 Afb.l. Stomp lindeboom aan de Lenshoekdijk bij 's-Gravenpolder (foto: J. de Ruiter). Jaarringen De stam van een boom groeit alleen in de dikte. Tussen de schors en het hout bevindt zich het cambium. Dit is een laag cellen, die de gehele boom, inclusief de tak ken omsluit. Het cambium is in staat om door deling van de cellen naar binnen toe nieuw hout te vormen en naar buiten toe de nieuwe bast. Loofhout vormt in het voorjaar onder in vloed van de lengende dagen en stijgende temperaturen nieuw hout met daarin hout- vaten voor het transport van water en op geloste mineralen van de wortels naar de zich ontplooiende bladeren. In het vooijaar worden meer houtvaten gevormd dan in de zomer. In de zomer wordt voornamelijk steunweefsel gevormd, dat zorgt voor de sterkte van de boom. Vandaar het verschil in kleur tussen het vroeg- en laat hout. Aan het einde van het groeiseizoen wordt een afsluitend laagje gevormd en staat de groei stil tot het volgend voorjaar. De ring tussen twee zulke afsluitende laagjes wordt een groei- of jaarring genoemd. Toen de jonge boom werd geplant, had deze een dikte van 3,5 cm en vertoont ter plaat se een kern en 7 jaarringen. Na het ver planten hebben zich enkele smalle jaarrin gen gevormd, waarschijnlijk als gevolg van wortelbeschadiging. Een volgende band met smalle ringen doet zich voor na 62 jaar en omvat 16 ringen. De laatste 24 jaarrin gen zijn slechts 24 mm breed (bij normale groei kan een jaarring wel 3 mm zijn). Dit wijst op een slechte conditie van de boom. De totale ouderdom van de boom kan bij benadering worden berekend door het nauwkeurig tellen van de jaarringen, waar bij men uitkomt op een leeftijd tussen de 202 en 206 jaar. De boom moet dan geplant zijn tussen 1794 en 1796. De grenslinden, die in de verkoopakte van 1795 zijn genoemd kunnen dus onmogelijk een van de in 1992 omgewaaide bomen zijn. Reactie auteur Het kan zijn dat de twee linden, genoemd in de verkoopakte zijn omgewaaid of nog waarschijnlijker zijn gerooid, omdat de eigendomsgrens op een andere plaats kwam te liggen, waardoor het noodzakelijk was nieuwe grensbomen te planten. Het is prettig te constateren, dat er bij de leden van de Heemkundige kring veel des kundigheid aanwezig is en dat de moeite wordt genomen om in de pen te klimmen, om zodoende nieuwe informatie en/of cor recties aan te dragen. Zoals ook geldt voor het artikel 'Huis aan de Westwal in Goes. Op deze manier ontstaat een goede wissel werking tussen auteur en lezers. De redactie Afb.2. Jaarringen (foto: J. de Ruiter). 22

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1999 | | pagina 24