Een bijzondere grafsteen herontdekt
G.J. Lepoeter
Jacob Coomans behoorde in de eerste helft
van de 18e eeuw tot de gegoede burgers
van de stad Goes. Hij trad veel op als
gemachtigde en zaakwaarnemer van
ambachtsheren, hij was president-wees
heer van de stad en rentmeester van de
Grote Kerk. In 1735 koopt hij voor zichzelf
en voor zijn echtgenote een graf in de kerk.
In de koorkerk, die als preekkerk dienst
doet, kost een graf 10 Vis. Alle vooraan
staande ingezetenen willen daar begraven
worden. Of Jacob Coomans zich dan nog
niet bij deze categorie rekent weten wij
niet, maar hij volstaat met een graf in de
neder- of wandelkerk en dan nog wel de
helft van een normaal graf. In dit gedeelte
van de kerk kost een graf 6 Vis. Hij moet
Afb. 1. Grafsteen Maria Coomans. De foto
wordt ontsierd doordat een kabel over de
grafsteen niet weggehaald kon
wordenXFoto Gemeentearchief Goes).
dus 3 Vis. betalen. Wellicht was zijn
beslissing gebaseerd op een combinatie
van bescheidenheid en zuinigheid.
Inderdaad wordt in 1755 zijn echtgenote in
dit graf, nummer 52 in de nederkerk,
begraven. Jacob Coomans zelf in 1759.
Later verschijnt zijn in 1717 geboren jong
ste dochter Maria ten tonele. Deze dame
blijft haar gehele leven ongehuwd. Als
haar beide broers, haar zuster en haar
zwager, die allen kinderloos blijven, overle
den zijn valt het totale familievermogen
haar toe.
Van de familie is zij degene die in de
(streek)geschiedenis is blijven voortleven.
Dit is hoofdzakelijk veroorzaakt door haar
in 1787 opgemaakte testament. Hierin
nam zij zulke bijzondere bepalingen op,
dat de gevolgen meer dan twee eeuwen
voelbaar bleven. Eén van haar eisen - zij
noemde dat zelf haar 'expresse begeerte' -
was dat ze begraven zou worden in het
graf nummer 52 in de nederkerk van de
Grote Kerk van Goes, bij haar 'teder
beminde ouders'. De kerk kreeg een royaal
legaat uit haar erfenis: 400 Vis. (naar de
tegenwoordige geldswaarde ongeveer
250.000,-). De voorwaarde hierbij was
evenwel dat het graf nummer 52, zoals zij
liet vastleggen alleen nog geopend mocht
worden 'bij het begraven van mij daar in'.
Verder zou het ongeopend in stand moeten
blijven op straffe van terugbetaling van
het legaat. Na haar overlijden in 1791 is
Maria in het bewuste graf ter aarde
besteld. Haar naam staat met die van haar
ouders op de grafsteen. Bij de inventarisa
tie van de grafstenen in 1919 door
P.C. Bloys van Treslong Prins was de zerk
nog aanwezig. Daarna was er geen spoor
meer van te vinden.
In het vorig jaar verschenen boek over het
testament van Maria Coomans, ambachts-
vrouwe van Wemeldinge (zie boekindruk
in de Spuije aflevering 46), hebben wij de
veronderstelling geuit dat het spoorloos
raken van deze grafsteen te wijten is aan
de restauratiewerkzaamheden in de jaren
28