van het Centraal Bureau voor Genealogie
te 's-Gravenhage.
De plaats van Jan Adam Geill in de negen
tiende eeuwse geschiedenis van het platte
land van Zuid- en Noord-Beveland is van
een zodanig belang, dat wij - met toestem
ming van de familie - gedeelten uit het
manuscript publiceren. In het geschrevene
brengen wij geen wijzigingen of taalkundi
ge verbeteringen aan, maar door het te
voorzien van een kader en de nodige anno
taties, trachten wij een en ander te verdui
delijken. Wij denken hiermede enerzijds
een postuum eerbetoon aan Jan Adam
Geill te brengen, anderzijds de lezer
inzicht te verschaffen in een aantal aspec
ten van het leven in onze omgeving in de
negentiende eeuw.
Afkomst en prille jeugd
'Mijn vader was van Duitschen afkomst,
waar zijn vader nogal groote betrekking
bekleedde aan het hof van Pruisen, maar
door omstandigheden in verval is geraakt.
Hij schreef vroeger George Frederick von
Geill, waar hij later in Middelburg zich
vestigde als Apotheker, besloot hij het ade-
lijke von, van zijn naam weg te nemen,
omdat hij zeide, een Apotheker behoeft niet
van adel te zijn. Die zelfde Apotheek is nog
gezeten op de Pottenmarkt te Middelburg.'
George Friedrich Geill kwam uit Erbach,
een plaats ten zuiden van Darmstadt in
Duitsland, naar Middelburg, naar alle
waarschijnlijkheid in 1767. Hij volgde
daarmee zijn oom Johann Martin Geill,
evenals hijzelf apotheker van beroep, die
al eerder vanuit Darmstadt naar
Middelburg kwam. Johann Martin Geill
kocht op 12 februari 1761 te Middelburg
het huis met winkel 'De bonte Olymolen'
op de Pottenmarkt. Hij vestigde zich daar
als apotheker.
George Friedrich Geill was de enige en
universele erfgenaam van zijn oom Johann
Martin, wiens in 1762 met Elisabeth van
Butsele gesloten huwelijk kinderloos bleef.
Later is George Friedrich dan ook als apo
theker in het pand van zijn oom op de
Pottenmarkt gevestigd. Voor zijn komst
naar Middelburg had George Friedrich als
apotheker gewerkt in Dillenburg,
Straatsburg en in Neustadt. Zowel Johann
Martin als George Friedrich Geill komen
voor in een opgave van ouderlingen van de
Lutherse kerk te Middelburg (1784 en
resp. 1794-1795).
George Friedrich Geill huwde te Goes op
29 september 1781 met Catharina
Petronella van Rijck, dochter van Adam
van Rijck en Apolonia de Keijser. Als twee
de kind uit dit huwelijk wordt op 30 maart
1786 te Middelburg Jan (Johan) Adam
Geill geboren.
Deze kiest voor een loopbaan als medicus.
Uit een aan hem verstrekt getuigschrift,
gedateerd 1 mei 1806, blijkt dat hij dan
gedurende drie jaar in Amsterdam is opge
leid in de chirurgie en er de nodige colleges
heeft gevolgd. Zijn admissie als heel- en
vroedmeester dateert van 18 oktober 1811
en is afgegeven te Gent. Op 20 april 1815
wordt zijn diploma, samen met dat van
enkele andere in Zeeuws-Vlaanderen
werkzame heelmeesters en vroedvrouwen,
voor de provincie Zeeland geldig verklaard.
Vanaf dit jaar is Jan Adam Geill als heel-
en vroedmeester werkzaam te Zaamslag.
'Te Zaamslag heeft mijn lieve moeder mij
het eerste levenslicht doen aanschouwen,
dat in den vroegen morgen van 23 april
1815 plaats had. Mijn vader was daar
geneesheer, vroeger officier van gezondheid
bij het fransche leger.
Zoo herinner ik mij, dat ik met andere klei
ne knapen naar 'het Zaamslagsche Veer'
liepen, welk een kleine tak der Westerschel-
de was en Hellegat genoemd werd, waarin
een boot ik een blanke sabel zag schitteren
door de zon beschenen, en die door mijne
vader werd gedragen, omdat hij officier der
schutterij was, toen hij naar Bosch Kapelle
moest, om daar de schutters te oefenen.
Ik heb daar nog school gegaan, bij een
meester Huizen, een waar type van een
ouden schoolmeester. Hij zat daar in een
hok dat kantoor moest verbeelden en waar
wij de les moesten komen opzeggen.
Wanneer hij zag dat er een der knapen
ondeugend was, nam hij een rol papier die
als een bal geplakt naar het ondeugende
hoofd gooide, dat teeken was bij den mees
ter moeten komen, om voor straf een klap,
met een werktuig op de handen werd gege-
3