Een afschuwelijke Moord
Afb. 1. Na een sterfgeval
ging de 'aanspreker'
in de kleinere dorpen
langs de huizen om
hiervan mededeling te
(coll. M. Moerland,
Yerseke).
gepleegd aan de vrouw van C. MEIJAAIïD, wonende onder do
GEMEENTE lEltSEKE,
"1.
iitssi|êit 2 tn 4 itccit np ifctj 20 ^ïijiiiiiis 1888
aan don RTindwcff tusschcu dc Gemeente lerseho en liet station Iinrimiigcii.
Nieuw liedop een niemoe wijs.
1.
Komt vrinden hoort vat ik U zal vermelden,
Wat heden Zondag veder is geschied,
Zooals Couranten met vaarheid ons vertelden
Al van dien moord op Ierseke's grondgebied.
Terwijl de man en kinders kerkwaarts varen
En zij alleen thans in haar woning was,
Werd zij ontmenscht en vreeslijk aangevallen
En werd door haren moordenaar verrast.
2.
Haai- hoofd was links en rechts gewond door
[slagen]
En haren buik ontzettend zwaar gewond,
Wel denkelijk met een mestvork en een spade,
Die men daar ook in de nabijheid vond,
Zoo heeft de snoodaard 'tlijk dan opgenomen
En in een stier zijn bak toen ueergelegd,
Om zoo zijn misdaad voor te komen,
Opdat dat dier daarmee zou zijd beticht.
3.
Maar hoort hoe dat zijn kwaad is uitgekomen,
Toen dat men daar die gruweldaad vernam,
Was kast eu kabinet open gebroken
Als men toen hare woning binnen kwam,
Want ecne som van meer dan 70 gulden,
Die werd vermist ook in dicnzclfden stond,
Terwijl men dan ook nog een kleine plaatse,
Van audre zaken ledig vond.
4.
Zoo heeft dc oudste zoon gevonden zijne moeder
Al in den bak van het onschuldig beest,
Maar ieder denkt: wat vreeslijk ondervinden
Is dat voor dien man en zijn gezin geweest-
Zijn vrouw vermoord en bij zijn beest gevonden
Z\jn geld ontroofd en ook nog ander goed,
Zijn kist en kabinet geheel geschonden
En zoo gemis- al van zijn eigen bloed.
5.
Maar God die 't- kwaad niet. langer kan gedoogen,
Die spreekt als van ii.cn lioogon hemel neer:
'tls niet dat beest maar rt is door snoodaards
[handen,]
Die zoo ontaard geldzuchtig is geweest;
Zoo is dan ook de Zwager aangehouden,
Omdat hij daar met kerktijd was geweest
En toen is ook die moorddaad voorgevallen,
Zooals men dat in qc couranten leest.
G.
Zoo hebben wij decz' moord alweer vernomen,
Dat 't menig mensch tot ecnen spiegel zij,
Och, laat ons allen goed daar over denken,
Dat niemand weet het eindperk van zijn tija
Ook niet het einde vau zijn kostbaar leven,
Veel minder wat hij doen of laten zal,
Want God is dc Bestuurder van ons leven,
Wie weet wat ons nog wedervaren zal.
Kruiningen28 Augustus 1888.
V. K. VAX PAASSCIIEX.
23