Toen Pieter de andere kant op ging, keek ze hem na en ze zag dat hij over de omhei ning van het erf van zijn zwager klom. Het losgebroken stierkalf Toen Pieter op de aan de Grintweg gelegen boerderij van zijn zwager aankwam, zag hij in de stal, dat er een stierkalf was los gebroken. Hij ging naar het stookhok om zijn schoonzuster Jannetje te roepen en samen gingen ze de schuur in. Zijn zwager Cornelis was met zijn zoon, zijn twee doch ters en zijn inwonende zuster naar de kerk. Toen Jannetje zich bukte om het kalfje vast te maken, pakte Pieter de mestvork, die in de schuur stond. Hiermee gaf hij haar een slag op het hoofd, waarna ze bewusteloos neerviel. Omdat de mestvork door de klap gebroken was, nam hij een spa en sloeg haar daarmee net zo lang tot ze de geest gaf. Na deze gruwelijke daad ging Pieter de woonkamer binnen. Hij wilde het kabinet openen, maar omdat het op slot zat, moest hij de deur forceren. Uit het kabinet haal de hij een zakje, waarin zich een bankbil jet van vijfentwintig gulden bevond en voor ongeveer vijftig gulden aan rijksdaal ders en guldenstukken. Het was de opbrengst van de aardappeloogst. Ook pakte hij uit een niet afgesloten lade een paar gouden hoofdstukken van de Zuid- Bevelandse boerinnendracht. Met zijn buit begaf hij zich op weg naar huis. Het bankbiljet van vijfentwintig gul den en elf rijksdaalders stopte hij in een busje dat hij onder het konijnenhok begroef. De grond stampte hij goed aan. De gouden hoofdstukken legde hij op een richel in het privaat. Intussen was het vier uur geworden en waren de kerkgangers op weg naar huis. Schulden vereffenen Nadat hij zich ervan overtuigd had, dat niemand gezien had, dat hij iets onder het konijnenhok had verstopt, ging Pieter weer op pad. Als eerste ging hij naar het bier huis van Krijger. Hij gaf Krijger de tien gulden, die hij hem nog schuldig was en dronk een biertje, dat hij met een gestolen rijksdaalder betaalde. Vervolgens begaf hij zich naar het bierhuis van mevrouw Van Os. Ook hier voldeed hij zijn schuld. Nu wilde hij nog één schuld vereffenen en wel aan Harthoom, die ook bierhuishouder in Yerseke was. Hij voldeed het bedrag en gaf zelfs tot grote verbazing van de aanwe zigen een rijksdaalder fooi. Hij zei dat hij dat deed omdat Harthoorn hem een tijdje geleden eens flink geholpen had. Omdat hij best nog wel een biertje lustte, ging hij daarna terug naar Krijger. Daar vertelde hij, dat hij van de kant van de hoeve van Meijaard kwam en dat de vrouw door een stierkalf was doodgestoken. Hij had naar binnen willen gaan, maar dit was hem geweigerd. Het was zes uur toen hij eindelijk weer thuis kwam. In zijn broekzak had hij niet meer dan ongeveer tien gulden van het gestolen geld over. Het lijk ontdekt Rond vier uur kwam zoon Willem, die net als de rest van het gezin naar de kerk was geweest, als eerste thuis. Op het erf zag hij een stierkalf los lopen, wat hem aanleiding gaf in de schuur te gaan kijken. Daar vond hij zijn moeder, achterover liggend in de voederbak van het kalf. Ze zat onder het bloed. Haar hoofd was gedeeltelijk verbrij zeld en haar neus was plat getrapt. In haar buik en armen waren steken toege bracht. Nader onderzoek leerde, dat ze niet meer leefde, hoewel haar lichaam nog niet hele maal koud was. De eerste gedachte van Willem was, dat het stierkalf zijn moeder had aangevallen. Hij vond het wel merk waardig dat er bij de mendeuren een bebloede mestvork en spade stonden. Nadat hij het lijk van zijn moeder in de schuur had gebracht ging hij de woning binnen. Daar ontdekte hij dat het kabinet opengebroken was en dat er geld uit ont vreemd was. Nu begreep hij dat zijn moe der niet door het kalf doodgestoken was, maar dat ze vermoord was. Op zijn geroep kwam buurman Van Koeveringe toege sneld, even later gevolgd door nog meer buren en de rest van het gezin. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2000 | | pagina 26