De 'Smakschreef' in het viskot van Oudelande
de boedelscheiding van mevrouw Meijaard
uit Biezelinge plaats had gevonden. Na
aftrek van verschillende schulden en voor
schotten had hij recht op een som van vier
honderd en zestig gulden.
Op 24 november van datzelfde jaar nam
het proces tegen hem bij de arrondisse
mentsrechtbank in Middelburg een aan
vang. Na een week deed de rechtbank uit
spraak en veroordeelde hem tot een gevan
genisstraf van twintig jaar.
Toen Pieter na de laatste zitting de rechts
zaal verliet, liet hij nog eenmaal zijn blik
over het publiek gaan, om te zien of er
bekenden in de zaal zaten.
Vanuit Middelburg werd hij overgebracht
naar de strafgevangenis in Groningen,
waar hij op 4 februari 1890 is overleden.
Noten:
1. Jannetje Mieras was geboren op 5 december 1834 als
dochter van Willem Mieras en Maatje Paauwe. Op 13
november 1862 trouwde ze in Yerseke met Comelis
Meijaard, geboren op 31 augustus 1840 te Yerseke als
zoon van Johannes Meijaard en Adriana de Jager.
Comelis Meijaard overleed op 24 juli 1924 in Yerseke,
Jannetje Mieras overleed op 26 augustus 1888 in
Yerseke.
2. Pieter de Koeijer was op 22 oktober 1844 in Axel gebo
ren (wijk A, nr. 143) als zoon van Jozias de Koeijer
(van beroep arbeider) en Willemina de Bruyne. Op 27
maart 1867 trouwde hij in Yerseke met Jacoba
Meijaard, geboren 2 januari 1845 te Yerseke, dochter
van Johannis Meijaard en Jannetje Hieftje, overleden
6 november 1887 te Yerseke.
Uit dit huwelijk werden te Yerseke geboren: Jozias (28
november 1867), Johannes Comelis (3 januari 1869 -
17 oktober 1892), Pieter (9 mei 1870 - 21 augustus
1870), Jannetje (3 juni 1871), Pieter (7 november
1873), Marinus (9 april 1875), Meeuwis (13 augustus
1877 - 17 augustus 1877) en Wilhelmina (27 september
1878).
Pieter de Koeijer is op 4 februari 1890 te Groningen
overleden.
Geraadpleegde literatuur en bronnen:
De Middelburgsche Courant van 28 augustus 1888, 29
augustus 1888, 20 oktober 1888, 15 november 1888, 24
november 1888, 27 november 1888 en 1 december 1888.
Zeeuws Archief, memories van successie Goes 5/2363
(1890) en Goes 4/9644 (1887) en inschrijvingsregisters
Zeeuwse strafinrichtingen, nummers 32.572, 296.27 en
255.709
Frank Jansens
Dit spel werd in het begin van de dertiger jaren beoefend in het 'viskot', op het dorpsplein
van Oudelande. Het 'viskot' stond naast de ingang van het kerkpad, de plaats waar nu het
muurtje is. De vloer van het 'viskot' bestond uit gele ijsselsteentjes. De jaren dertig werden
gekenmerkt door grote werkloosheid, nauwelijks of geen geld en veel vrije tijd.
Dit spel ging als volgt.
Men begon met het gooien van een cent
over een balk (van daar het spreekwoord
geld over de balk gooien). Degene die het
dichtst op de schreef (een getrokken streep
van een mesbreedte) gooide of erop, was
eerste. Bij meerdere centen op de schreef
telde de laatste die op de schreef gooide. Al
het overige geld werd weggehaald en werd
in de pot gedaan, maar de cent van de eer
ste bleef liggen. En dan begon het zoge
naamde lappen. Dit ging als volgt, de eer
ste mocht zijn geldstuk over de balk gooien
en dan vervolgens de anderen die aan dit
spel deelnamen, totdat er weer één op de
schreef gooide, die cent bleef op de schreef
liggen en het overige geld ging de pot weer
in en het lappen begon opnieuw. Tot dat
iemand z'n geld op was, of deze eerst naar
huis moest om nog wat geld los te peute
ren of dat hij van armoede moest stoppen.
Zodoende waren er al gauw wat uitvallers,
want degene die het meeste geld had kon
het meestal het langst volhouden. Een van
die volhouders was Katje (Marien
Remijnse) de poelier, die had altijd wel
geld, desnoods in z'n portefeuille die altijd
26