den toegeschreven aan Pieter Hendricksz. Schut, de vaste graveur van Visscher. De prenten zijn voorzien van een gefantaseer de voorgrond met allerlei mensen en die ren en zien er bijzonder aantrekkelijk uit. De betrouwbaarheid van de afbeeldingen is niet overal even groot, maar de prent van Biezelinge is in dit opzicht een juweel tje. De Cronyk van Smallegange Het meest spectaculaire boek dat ooit over Zeeland is verschenen is ongetwijfeld de Cronyk van Mattheus Jansz. Smallegange (1624-1710), een jurist uit Goes. De officië le titel is 'Nieuwe Cronyk van Zeeland, Eerste Deel'. Het tweede deel is overigens nooit verschenen. Als officiële verschij ningsdatum geldt 1696, maar pas in 1699 rolden de eerste exemplaren van de pers. Omdat de uitgave nogal wat problemen opleverde, verschenen er nog jaren nadien nieuwe kleine edities, die onderling ver schillen vertonen. De Cronyk van Smallegange is eigenlijk een combinatie van een kroniek en een topografisch plaatwerk. Hij bevat uitge breide historische hoofdstukken en vele geslachtsregisters van Zeeuwse families, die helaas niet erg betrouwbaar zijn. Maar tevens is het een beschrijving van het Zeeland van zijn tijd, verlucht met tiental len grote platen, vooral van de toen juist in opkomst zijnde buitenplaatsen. Het is duidelijk dat de voorname Zeeuwse families beduidende invloed op de tot standkoming van de Cronyk hebben gehad. Hoe belangrijker de familie, hoe langer het geslachtsregister en hoe meer afbeeldingen van hun buitenplaatsen. Omdat Walcheren verreweg het belangrijkste eiland was, kreeg het ook de meeste aandacht. De Bevelanden komen er nogal bekaaid af. Wie de tekeningen en de gravures hebben gemaakt, is onbekend. Voor een groot deel zijn het vogelvluchttekeningen, zodat ook de uitgebreide tuinaanleg gedetailleerd afgebeeld kon worden. De omgeving is veelal slechts schematisch weergegeven. Artistiek zijn de gravures niet van hoge kwaliteit, maar ze geven wel een boeiend overzicht van de steden en buitenplaatsen van die tijd. Vooral voor deze buitens is het boek van belang, omdat de meeste van deze lusthoven weer zijn verdwenen. Zoals al gezegd zijn veel exemplaren van de Smallegange door prentenhandelaren geplunderd, zodat veel prenten nu los te koop zijn. De Tegenwoordige Staat In 1736 begon de Amsterdamse uitgever Isaak Tirion met een ambitieus projekt: 'De Hedendaagsche Historie of Tegenwoordige Staat van Alle Volkeren', een historisch-geografïsche beschrijving van de toen bekende wereld. Als auteur werd de Amsterdamse historicus Jan Wagenaar (1709-1773) aangetrokken, maar deze kreeg de hulp van vele plaatse lijke deskundigen. Het twintigste deel bevat de beschrijvingen van Goes en de Bevelanden; dit deel verscheen in 1753. De plaatselijke mede-auteur was in dit geval mr. Jakobus Dominicus, raad en oud-sche pen van Goes. De 'Tegenwoordige Staat' kreeg al meteen veel waardering, maar ook kritiek omdat er zo weinig plaatjes in stonden. Daarom besloot Tirion om ook nog een apart plaat werk uit te geven, getiteld: 'Het Verheerlykt Nederland of Kabinet van Hedendaagsche Gezigten'. Aan deze uitga ve is de titel van de tentoonstelling ont leend. De prenten daarvoor werden in 1743 en 1745 gemaakt. Gezien het succes van deze uitgaven besloot Tirion, die niet gespeend was van commercieel inzicht, tot nóg een nieuwe uitgave: de 'Atlas van Zeeland', die in 1760 verscheen. Hierin werden de prachtige kaarten van de Zeeuwse eilanden van de Hattinga's (vader en zoons) opgenomen benevens de illustraties uit de 'Tegenwoordige Staat' en 'Het Verheerlykt Nederland'plus nog een aantal portretten van bekende Zeeuwen. Zo werd het materi aal optimaal gebruikt. Tirion is bijzonder gelukkig geweest in de keuze van zijn medewerkers. De teksten waren betrouwbaar, de kaarten van de familie Hattinga voortreffelijk. De tekenin gen voor het Zeeuwse deel van de 5

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2000 | | pagina 11