Tegenwoordige Staat' en 'Het Verheerlykt Nederland' werden vervaardigd door de 'konstryke' Cornelis Pronk (1691-1759). We weten precies hoe hij te werk ging: 's zomers trok hij door het land, waarbij hij tientallen schetsen in kleine schetsboekjes tekende. Deze gebruikte hij later, thuis in Amsterdam, als voorbeeld voor uitgewerk te tekeningen, waarop ook menselijke figu ren ter verlevendiging werden aange bracht. Deze tekeningen werden uiteinde lijk 'in het koper gebracht' door de graveur Henricus Spilman (1721-1784). Pronk en Spilman waren allebei voortreffelijke kun stenaars en de prenten uit Tirion's uitga ven hebben dan ook een grote charme. Helaas zijn niet alle Bevelandse plaatsen weergegeven. De reden van deze ongelijke verdeling is onbekend. Bijzonder veel aan dacht is besteed aan Baarland, dat zes plaatjes kreeg. Wellicht heeft de kasteel heer van Baarland, mr. Jan Kornelis Lampsins, de tekenaar gunstig gestemd door hem goed te onthalen. Bachiene Enkele decennia na de verschijning van de 'Tegenwoordige Staat' was er weer ruimte voor de uitgave van een nieuw aardrijks kundig standaardwerk. In 1773 en latere jaren verscheen de vijfdelige uitgave: 'Beschrijving der Vereenigde Nederlanden' De auteur was Willem Albert Bachiene (1712-1783), hoogleraar in de sterren- en aardrijkskunde aan de Illustre School te Maastricht. Ook dit werk werd rijk geïllustreerd met stads- en dorpsgezichten. De plaatjes zijn wat grover en donkerder dan die van Pronk en Spilman. Bij de keuze van de afgebeelde plaatsen heeft men kennelijk geprobeerd de hiaten in 'Het Verheerlykt Zeeland' op te vullen. Daardoor vullen de twee uitgaven elkaar goed aan. De tekenaars en graveurs van de illustra ties uit Bachiene zijn onbekend. Toch is er een aantal schetsen voor de plaatjes bewaard gebleven. Ze worden gekenmerkt door de aanwezigheid van een met het lineaal getrokken horizonlijn. Blijkbaar had de tekenaar wat moeite om een rechte horizon te tekenen. Als auteur van deze tekeningen worden twee namen genoemd: Jan Bulthuis (1750-1801) en J. Gardenier Visser. Bulthuis is een bekende Amsterdamse tekenaar van stads- en dorpsgezichten, maar van Gardenier Visser weten we verder helemaal niets. Zijn naam komt alleen voor op een porte feuille met tekeningen, die op grond daar van aan hem worden toegeschreven. Wellicht is hier sprake van een mislezing en is Gardenier Visser dezelfde als Jan Gerritsz. Visser (±1755-1821), die ook aan andere topografische uitgaven als graveur meewerkte. Latere uitgaven Met de hier beschreven uitgaven is de voorraad grote plaatwerken over Zeeland uitgeput, al zijn er ook later nog wel Bevelandse prenten verschenen, zoals een opticaprent van Goes, bestemd voor verto ning in een kijkkast en omstreeks 1790 uitgegeven door Georg Balthasar Probst in Augsburg. Dergelijke prenten zijn niet erg nauwkeurig. Het prentje van de Grote Markt in Goes, dat in de tentoonstelling is opgenomen, is eveneens van een Duitse kunstenaar, Joseph Maximilian Kolb. Het is opgenomen in 'Het Koningrijk der Nederlanden' van Terwen. Het is een staalgravure; deze techniek werd in de negentiende eeuw veel gebruikt voor illus traties. Staal is harder dan koper, en daar om treedt minder slijtage van de plaat op, maar het resultaat is wel harder en droger dan een kopergravure. Bijzonder aardig is het in 1873 verschenen reisverslag van Charles De Coster (1827- 1897), de schrijver van het beroemde boek 'Tijl Uilenspiegel'onder de titel 'La Zélande'. Het werd in 1965 in het Nederlands uitgegeven. Het bevat een aan tal houtgravures naar tekeningen van zijn reisgenoot Adolphe Dillens (1822-1897). Deze hebben echter hoofdzakelijk betrek king op volksleven en klederdrachten en zijn niet in de tentoonstelling opgenomen. In de twintigste eeuw werd de plaats van de oude prentwerken ingenomen door foto boeken. Het eerste en wellicht ook mooiste 6

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2000 | | pagina 12