ting aan Belgische vluchtelingen. In de
Tweede Wereldoorlog werd Rilland bekend
door de 'Bathstelling', een geschutsstelling
om de toegang tot Zuid-Beveland en
Walcheren te verdedigen. Ook de bevol
king van Rilland werd geëvacueerd. Op 25
oktober 1944 werd Rilland bevrijd. Er
kwamen 19 mensen om het leven. Veel
huizen in Bath waren zwaar beschadigd.
De Watersnoodramp ging aan Rilland-
Bath niet voorbij. Tien mensen, waaron
der de burgemeester, kwamen om het
leven. Van de 4133 hectare liep 1723 hec
tare onder water, namelijk de
Reigerbergse polder, de
Zimmermanpolder, de Völckerpolder en de
Anna-Mariapolder.
Waarde
Voor het gebied rond Waarde is de storm
vloed van 1134 van groot belang geweest.
Deze vloed zorgde ervoor dat men syste
matisch ging bedijken. Ook hier hebben
de Cisterciënsers een belangrijke bijdrage
aan de bedijking geleverd. In 1187 vestig
den zij zich in een uithof bij Waarde. Na
de stichting van deze uithof begon de
inpoldering. Het schor Wilmarswaarde, of
Waarde, werd in 5 etappes ingepolderd.
De oudste polder is de 'Waardepolder'. In
1269 bestond Waarde uit een oostelijke
en een westelijke polder. Het oude
Waarde is omstreeks 1530 geïnundeerd.
Aangenomen wordt dat Waarde door een
bedijking omstreeks 1570 zijn huidige
vorm kreeg. Ook in de Eerste
Wereldoorlog werden in Waarde
Belgische vluchtelingen opgevangen. Bij
het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog werden de bewoners enige
tijd geëvacueerd. Er ontstond veel schade.
Op 11 april 1944 stortte een bommenwer
per neer in de Dorpsstraat. Tijdens de
Watersnoodramp vormde vooral het water
vanuit de Kruiningsepolder een bedrei
ging. Het gehele dorp werd overspoeld. De
bevolking van de oude gemeente Waarde
leefde voornamelijk van de landbouw.
Grenzend aan het dorp Waarde ligt het
verdronken dorp Valckenisse. Bij eb kan
men daar nog de resten van het vroegere
dorp zien.
Yerseke
Vóór het jaar 1000 komt men de naam
Yerseke al in oude akten tegen. Niet als
Yerseke, maar als 'Gersake'. De
Norbertijnen hebben waarschijnlijk al in
de 12e eeuw een grangia gesticht, waartoe
in 1233 een polder en het land van
Hildernisse behoorden. De Norbertijnen
verkochten aan het begin van de 14e eeuw
hun grondgebied te Yerseke aan
Boudewijn van Yerseke. Yerseke bestaat
uit een aantal polders: de Snoodijk of
Verderfpolder, de Koudepolder, de
Kaarspolder, de Burenpolder, welke in
1530 werd ingedijkt, de Molenpolder, ofwel
de Poppendijkschepolder, die in 1248 is
gesticht en de St. Pieterspolder. De bevol
king groeide aan het eind van de 19e eeuw
explosief. Dit werd veroorzaakt door de
opkomende mossel- en oestercultuur. De
mensen woonden in die tijd soms in schu
ren en tenten. Niet voor niets werd
Yerseke ook wel 'Klondike genoemd (het
gebied, waar zich na de goudvondst net
zoals in Yerseke een enorme bevolkings
explosie voordeed). In de Eerste
Wereldoorlog werden in Yerseke veel
Belgische vluchtelingen opgevangen. Zo
waren er begin oktober 1914 maar liefst
1200 vluchtelingen in Yerseke.
Tijdens de meidagen van 1940 werd de
bevolking geëvacueerd in verband met de
vlakbij gelegen Zanddijkstelling. Het dorp
liep in 1940, 1944 en 1945 aanzienlijke
schade op. Zoals in veel dorpen moesten
ook in Yerseke de namen van straten die
genoemd waren naar leden van het
koninklijk huis worden verwijderd. De bur
gemeester stelde voor om deze straten om
te dopen in de Kraaien-, Raven-, Ekster-
en Spreeuwenstraat. De commissaris van
de Provincie Zeeland vond dit geen goed
idee, het ging hier om 'diefachtige vogels'.
De bewoners van Yerseke hebben tijdens
de Watersnood op ruime schaal meegehol
pen met reddingsacties met hun eigen
schepen. Ook werd onderdak gegeven aan
rampslachtoffers. Van oorsprong was de
bevolking van Yerseke gericht op de agra
rische sector, maar aan het eind van de
19e eeuw werd de oester- en mosselteelt
steeds belangrijker.
49