De Verheerlijkte Bevelanden Topografische prenten van Noord- en Zuid-Beveland Ad Beenhakker Veel mensen op de Bevelanden hebben een ingelijst oud prentje aan de muur hangen: een gezicht op het dorp waar ze wonen of waar ze geboren zijn. Soms zijn het twee plaatjes boven elkaar; onder het bovenste plaatje staat dan de naam van het dorp, het onderste heeft als bijschrift: 't Zelve anders', dus: hetzelfde dorp van een ande re kant gezien. De gebouwen die erop staan zijn soms nog duidelijk te herken nen, maar vaak levert het plaatje ook nau welijks herkenningspunten op. Alleen het onderschrift maakt dan duidelijk om welk dorp het gaat. Een enkeling heeft een Smallegange in de boekenkast, de trots van elke rechtgeaarde Zeeuw: een enorm boek uit 1696 van ruim achthonderd bladzijden op folio-formaat, voorzien van prachtige uitslaande platen en een paar wapenkaarten. Juist vanwege die platen is de Smallegange een geliefd bezit. Er bestaan helaas Smalleganges zonder platen; die zijn er door criminele prentenhandelaren uitgesneden en los ver kocht. Daarom zijn er veel losse Smallegange-platen in de handel. Een Smallegange zonder platen is uiteraard niet veel waard. Overigens zijn er in 1965, 1976 en 1978 complete herdrukken van de kroniek verschenen. Het bezit van zo'n boek of zo'n prent schept een band met het verleden. Ze laten iets zien van een rustige 'goede oude tijd', zonder auto's, televisie of computers. En ze doen een mens beseffen dat de eigen ver trouwde omgeving al heel lang bestaat en dat je eigen voorouders daar wellicht heb ben rondgelopen. Over de herkomst van deze prenten weten de bezitters meestal niet zoveel. Daarom willen we in dit artikel nagaan wat er aan oude plaatjes van de Bevelanden bestaat, wanneer en met welk doel ze zijn gemaakt en hoe ze tot stand zijn gekomen. Daarbij is het goed te bedenken dat we het hier over prenten hebben. Onder prenten verstaan we afbeeldingen die gedrukt ('geprent') zijn. Er is dus een hele oplage van gemaakt; daarom zijn er zoveel in omloop en daar om zijn ze een beetje betaalbaar. Dit dus in tegenstelling tot een schilderij of een tekening, waarvan er maar één exem plaar bestaat. De oude prenten waarom het hier gaat zijn doorgaans kopergravures. De voorstelling is met een burijn, een klein beiteltje, in een koperplaat gestoken. Deze plaat wordt vervolgens ingeïnkt en schoongewreven, zodat de inkt uitsluitend in de groeven achterblijft. Bij het afdrukken onder een zware pers wordt de voorstelling op het papier overgebracht. De gravure van een topografische prent moet dus altijd in spie gelbeeld worden gemaakt, anders wordt het plaatje onherkenbaar. Oude prenten zijn uitsluitend in zwart-wit, omdat kleu rendruk toen nog niet mogelijk was. Soms zijn ze later met de hand met waterverf ingekleurd. Voor het maken van een plaatwerk met topografische prenten moest er eerst een tekenaar het land in worden gestuurd om ter plaatse de situatie te tekenen. Aan de hand van zo'n ontwerptekening sneed de graveur dan - in spiegelbeeld - de tekening in de koperplaat. Kopergraveur was een apart vak; de graveurs van de prenten zijn dus nooit ter plaatse gaan kijken en werk ten thuis in hun atelier. Daarom kunnen er bij het overbrengen van de voorstelling onnauwkeurigheden ontstaan, vooral als de tekenaar een beetje slordig was geweest. De graveur zorgde meestal voor de 'stoffage': het verlevendigen van de voorstelling met wandelende of werkende mensen. De personen die we op de platen 3

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2000 | | pagina 9