'De moed die ik anders bezat was geweken.
...Ik wist geen raad, ik was wanhopig en
besloot om mij een ader te openen en dood
te bloeden. Op zekere middag besloot ik tot
dien wanhopigen daad over te gaan, sloot
mij in mijn koetshuis op, ging in mijn rij
tuig zitten, ontblootte mijn arm, nam het
lancet om mij een prik te geven, toen mijn
goede Genius mij op mijn vrouw en kinde
ren wees wat er van hen zou worden.'
Zoals jaren geleden zijn 'goede genius' Jan
Adam Geill behoedde voor drankversla
ving, wordt hij ook nu hierdoor terechtge
wezen en - met veel pijn en moeite - terug
geplaatst in de werkelijkheid van alle dag.
'Benige tijd later wist de arbeidersvrouw
mij mede te delen, dat vrouw van den Bosch
eens bezig was het koestal uit te mesten, dat
nog al zwaar werk is, maar dikwijls door
de Noordbrabantsche vrouwen verrigt
werd, zij bij gelegenheid een krek in haar
buik gevoeld had, dat zeker eene ruptuur
der zwangere baarmoeder kan geweest
zijn.4'
Zonder twijfel was Adriana Timmerman
een flinke boerin, die ook het zware werk
niet schuwde. Maar of het verstandig
geweest is om tijdens de zwangerschap het
dagelijkse werk in de koeienstal te blijven
doen, valt te betwijfelen. Adriana Timmer
man was geboren in Halsteren (Noord-Bra
bant). Toen ze overleed was ze 28 jaar oud.
'Niet genoeg was den beker van mijn lijden
gevuld, toen een Colega wist uit te bazuinen
als hij daarbij geroepen was geworden, dit
alles niet zou plaats gehad hebben. Ik was
daar niets als bloot aanschouwer geweest,
had geen tijd gehad mijn jas uit te trekken,
en ik geen hand had uitgestoken, daar dit
alles zoo spoedig was geëindigd. Dien
Colega, die zich die schandeuitdrukking ten
nadeele van mijn persoon wist uit te roepen,
was dezelfde, die het aan mij te danken
had, dat hij uit de gevangenis is gebleven,
daar ik de bewijzen in handen had dat hij
brandstichter was.'
Dit aspect van het drama op de hofstede
Anna Put is voor Jan Adam Geill het erg
ste. Wij maken hier kennis met het sum
mum van afgunst en jaloezie. De heel- en
vroedmeester van Waarde, Adriaan de
Broekert, laat zijn ware aard zien. Hij ver
waarloost zijn praktijk omdat hij 'zich
meer toelegt op assurantiën en onderne
mingen.5' Niettemin steekt het dat vele
inwoners van Waarde er de voorkeur aan
geven om door de serieuze en vakbekwame
Jan Adam Geill behandeld te worden. Gre
tig grijpt De Broekert daarom deze kans
aan om zijn collega met aantijgingen en
valse beschuldigingen zwart te maken.
Velen zullen er doorheen hebben geprikt.
Maar toch! Dat hij dank zij de goedhartig
heid van zijn collega niet als brandstichter
in de gevangenis is beland, zal De Broekert
koud hebben gelaten.
Kosten van een bevalling
De polderboeren - Jan Adam Geill bedoelt
de grote boeren in de Reigersbergsepolder -
waren allemaal 'voorname betaalders'.6' In
de praktijk waren er uiteraard ook andere
gevallen.
'In Bath verloste ik de vrouw van een Kapi-
teyn, wiens moeder mij met den negenden
dag, bij het afscheid nemen van die familie,
Mevrouw de moeder een verzegeld pakje
van de secretaire nam, en mij dat in mijn
hand drukte. Onderweg naar mijn paard
gaande was het geen wonder dat de nieuws
gierigheid mij bewoog dat pakje open te bre
ken, om te zien wat bankpapier daar inzat.
En raad eens, daar lagen 2 rijksdaalders in
elk een mooi papiertje gewonden. Dat was
wel een bedelaarsloon voor mij die de
kraamvrouw gedurende 9 dagen bezocht
had op een afstand van een uur en voor de
verlossing onderscheiden malen Mevrouw
bezocht had om eenige kennis aan te kno
pen.'
De normale prijs voor een dergelijke beval
ling was 25,-. Jan Adam stuurde een
rekening voor dit bedrag met daarop de
mededeling dat er 5,- op betaald was.
Het verdronken land
'Gedurende mijn verblijf te Krabbendijke
heb ik meenige wandeling gemaakt in de
Oosterschelde, gewapend met goede laar
zen, omdat bij laag water er nogal geulen
overbleven die met water gevuld, goede
laarzen wel noodig waren. Zoo bezocht ik
ook het verdronken Nieuwland kort bij
Krabbendijke gelegen waar het fondament
15