'chef de bureau' worden ingeleverd. Na ca. een half uur verschijnt er voor in de zaal een jonge dienstplich tige soldaat, die met luide stem een naam afroept. De Nederlandse namen wer den uiteraard op zijn Frans uitgesproken, zodat we ons maar melden, wanneer er bij de rest van de aanwezi gen geen reactie was te bespeuren. In enkele geval len was het dan raak. Er mogen niet meer dan vijf nummers tegelijk worden aangevraagd, waarvan er dus maar een op de desk mag liggen. Kantinefaciliteiten Onder en naast de statige trap staan wat stoelen en apparaten, waar na het inwerpen van de benodigde franken, blikje fris uit komen bonken. Maar bui ten het kasteelterrein, staan vele horeca gelegenheden, waar ook iets anders kan worden genuttigd. Het onderzoek Ik heb mij zelf beziggehouden met het overschrijven van een archiefinventaris2), met daarin een aantal nummers, die betrekking hebben op Zeeland. Nummers, die dan door de andere leden van de het team werden opgevraagd en doorgekeken. Vooral het archiefmateriaal uit de periode over de Oostenrijkse Successie-oorlog en de periode net voor de Franse inval in 1795 is van een erg hoog spionagegehalte. Over Goes heeft een van de spionnen geno teerd: 'Tergoes, trés petite, et unique ville de l'isle de Zuid Beveland. Elle ne fait aucun commerce maritime. Seul négoce est celui des centre du cru de terroir de l'isle, qui, comme il est dit ci dessus, est trés fer tile. Cette ville n 'est point succeptible d'une grande resistance. Le fort Bats, con- struit nouvellement, est a la pointe de l'est-sud-est de l'isle. II en sera parle ci- Afb. 1. Van links naar rechts Lo Jansen, Otto Hoogerhuis, Jan de Ruiter voor de poort van Chateau de Vincennes. après'. Verder had 'Tergoes 45 hommes de garnison.' Lotelingen De middag is door mij besteed aan een onderzoek naar de Zeeuwse lotelingen, uit 1811 tot 1813, die met de Franse legers moesten optrekken en van wie velen zijn overleden in hospitalen of zijn gesneuveld op de talloze Europese slagvelden. Op de Zeeuwse vermistenlijst staan meer dan 700 namen. Graag had ik de stamboekkaarten ingezien van een aantal vermisten om te zien waar en hoe ze aan hun einde waren gekomen. Toen ik om 14.00 uur het eerste inventaris nummer aanvroeg, kreeg ik te horen, dat het wel 16.00 uur kon worden. Tegen die tijd werd medegedeeld, dat het archiefstuk bij een ander in behandeling was en der halve niet ter inzage was. Dan schiet je Frans tekort om uit te leggen ,dat er die morgen al 400 km was gereden om deze stukken in te zien en dat die 400 km 's avonds ook weer terug gereden moesten 31

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2000 | | pagina 33