bedrag zou willen voorschieten voor de
ondersteuning van de kerk van Sint
Winoxbergen werd niet geofferd. Men
scheen niet te weten dat er in Holland,
Zeeland, Brabant en Vlaanderen meer dan
tien 'Kalishoeken' bestonden, waaronder
ten minste één een veel betere candidaat
was om als sponsor op te treden.
Vanzelfsprekend heeft men gepoogd de
betekenis van de naam Calishoeck taal
kundig te verklaren. Hiervoor werden alle
stoppen uitgetrokken, maar steeds zonder
de stichtingsgeschiedenis van het dorp erin
te betrekken. J. Kousemaker Pzn. voerde
aan dat de naam in zijn tijd (1866) bij
bejaarden nog bekend was als 'Caelishoek'
dat bijna klonk als 'kilshoek'. Aangezien
een 'kille' een bevaarbaar water is, bracht
hij de naam in verband met het 'Paardegat'
bij 's-Heerenhoek. J.Bijlo schreef dat een
'calis' een door schapen platgetrapt stuk
grond was, maar leverde hiervoor geen
enkel bewijs. Deze verklaringen moesten
later het veld ruimen voor een door Dr.J.de
Vries geopperd idee, dat het woord 'kalis'
zwerver of vagebond betekende en dat
Calishoek daarom feitelijk 'armelijke
buurt' kon betekenen.
Kalissen: zwervers, landlopers of
vreemdelingen?
Het valt niet te ontkennen dat het woord
'kalis' meestal een ongunstige betekenis
had. In het Utrechts plakkaatboek van
1630 staat een ordonnantie betreffende: 'De
landloopers ende kalissen die van huys tot
huys loopen om stoelen te maaken ende te
binden'. Hier worden 'kalissen' in één adem
genoemd met landlopers.
Carolus Tuinman nam in zijn boek over
Nederduitsche spreekwoorden de uitdruk
king 'Een gezonde kaalis is een rijk man'
op, die hij vrijelijk vertaalde als: 'een
gezonde bedelaar is er beter aan toe dan een
zieke koning'.7> Het Groot Woordenboek der
Nederlandsche Taal geeft tientallen uit
drukkingen waarin het woord kalis voor
komt en steeds is de betekenis negatief.
Jacob Westerbaen, Heer van Brantwijck
schreef bijvoorbeeld de volgende waarschu
wing voor jonge meisjes: 'Wacht U voor
vrijers die somtijds van buyten koomen en
hebben tijtelen van Heeren aengenomen. 'T
is licht een kaelis die zich uijtgeeft voor een
Heer'.
Zoekend naar een mogelijke introductie
van het woord 'kalis' uit een andere taal,
vond van Wijk in Franck's Etymologisch
Woordenboek8' dat het woord 'kalo', in de
Zigeunertaal 'zwart' betekent en in het
Nederlands de betekenis kreeg van 'vage
bond' of'arme man'. Dit lijkt mij wat ver
gezocht en ik sluit mij liever aan bij diege
nen die er eenvoudig een vorm van het
woord 'kaal' in zien.
Maar er zijn voorbeelden aan te halen
waarin het woord 'kalis' de betekenis van
vreemdeling had. De in Utrecht van buiten
komende riviervisverkopers, die geen lid
van het visverkopersgilde mochten zijn,
werden 'kalissen' genoemd en zij mochten
hun vis aanbieden op de 'Kalisbrug'. Deze
brug, die reeds in 1342 vermeld wordt,
bestaat nog steeds. Ook in Brugge was een
Calisbrug, eerder 'meebrugge' geheten,
waaruit ik meen te mogen afleiden dat hier
door niet-Brugse verkopers meekrap ver
handeld mocht worden. In deze gevallen
ligt de nadruk duidelijk meer op 'vreemde
ling' dan op 'zwerver of schooier', alhoewel
het verschil tussen beiden niet groot hoeft
te zijn. Iets dergelijks vinden we ook in
Amsterdam waar, volgens Wagenaar, een
'kalishoek' werd bijgehouden van personen
die op zee verongelukt waren en buiten de
stad begraven werden.
Een Zeeuws voorbeeld van het gebruik van
het woord 'kalissen' vinden we bij de
bekende waterbouwkundige Andries Vier-
lingh. In zijn beschrijving van het maken
van een 'vingerlinck', dat is een boogvor
mige afdamming om een dijkbreuk te slui
ten, legde hij uit dat het leggen van zo'n
dam goedkoop is, omdat men er slechts
'mutsaert' (takkenbossen) voor nodig had
en suggereerde dat die na gebruik weer
opgenomen en aan de aannemers gegeven
konden worden, 'twelck al meest arme calis-
sen zijn, ende is om Gods wille gegeven
ende d'arme kinderen mogen hun daerbij
wermen tegens den couden winter - d'eerde
in den canael zoude meer costen dan het
rijseren bermken'.9)
37