Afb. 7. De dorpspomp op het plein te Nisse. (foto T. Lepoeter-Boes, 2000). van de vate. Het water in de vate dat door een natuurlijke zoetwaterbei wordt gevoed, werd in het verleden - wanneer de regen bakken leeg raakten - via de pomp voor al het voorkomend huishoudelijk gebruik gebezigd. Ook al bleek in 1880 bij een onderzoek door de geneeskundige inspectie dat het pompwater van een bedenkelijke kwaliteit was. Het stoort Jan Adam bijzonder dat 'dat doelmatig meubel' mikpunt geworden is van de straatjeugd en ten prooi is aan hun vernielzucht. Blijkbaar heeft men hiervoor van gemeentewege geen belangstelling. Vandaar Jan Adams voorstel aan de burge meester om de pomp op zijn kosten te laten repareren. 'Op het plein staat ook een pomp, een prach tig monument uit vroegere tijd, door de voorvaderen als gedenkstuk nagelaten dat van lieve zorg getuigt. Vroegere zoowel als latere gemeentebesturen hadden geen oog op de schandelijke behandeling van dat doelmatig meubel van het plein, waardoor het als mikpunt der straatjongens gebezigd werd, op de meest barbaarsche behandeling die pomp was bloot gesteld, met steenen werd die gebombardeerd, met allerhande vuil bemorst en waaraan ik als kwade jon gen ook wel een handje zal geholpen heb ben. Nu drie jaren geleden voelde ik mij geroe pen, daar ik oud begon te worden, Nisse een gedenkstuk aan te bieden waartoe ik den burgemeester het voorstel deed die verwaar loosde pomp in orde te laten brengen op mijn kosten, dat mij werd toegestaan. Zoo werd die verwaarloosde pomp tot een sieraad van het mooije plein herboren. Een en ander heeft mij een groote som geld gekost welke uitgave ik mij gaarne liet wel gevallen om het nageslacht een gedenkteken te geven van mijne ingenomenheid met Nisse, waar ik als kind ben gekomen en ik daar oud ben geworden.' In de notulen van de raadsvergadering van 12 december 1906 lezen we: 'Wordt op voor stel van den voorzitter besloten om Dr. J.A. Geill eene schriftelijke dankbetuiging te zenden voor de schenking van het sierlijke hek enz. om de pomp op het dorpsplein, benevens voor de teekening dier pomp met hek; onder bijvoeging dat een en ander in dankbare herinnering zal blijven.12' Waar schijnlijk heeft het merendeel van de dorpsbewoners het niet begrepen. In 1887 had Jan Adam de gemeente een lantaarn op een paal geschonken. Dit op voorwaarde dat het gemeentebestuur de verlichting zou verbeteren.13' In 1858 werd door de gemeente op het noordelijke gedeelte van het dorpsplein een school gebouwd, die in 1884 door een gro tere werd vervangen.14' 'Zeer te bejammeren is het dat die akelige school daar geplaatst is, waardoor het schoone plein gruwelijk wanstaltig is gemaakt. Die school staat daar en kon ik die wegkijken, niet lang meer zou dat steenen gevaarte daar staan, maar voor afbraak verkocht worden. Dat scholenge bouw, die getuigenis gaf dat het gemeente bestuur geen greintje schoonheidsgevoel 8

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2001 | | pagina 10