bezat, daar er wel gelegenheid bestond een
andere plaats met de school te verkiezen.'
Tot in 1966 elders in het dorp een nieuwe
school was verrezen, zou de school het
dorpsplein ontsieren.
Naar Rotterdam-Kralingen
'Toen mijn zoon zich als plaatsvervanger te
Nisse plaatste bleven wij zamen wonen
maar dat eenzelve leven begon hem ook te
vervelen zoodat hij in het huwelijk trad met
Betsy Tak, dat een laatste zuster was van
de drie anderen, die allen gehuwd waren
met drie broers, de heeren Koert die allen in
Wolphaartsdijk woonden. Door dat huwe
lijk besloot ik van hem heen te gaan daar
hij nu gezelschap aan zijne vrouw zou heb
ben. En daar ik geen plan had op mijn leef
tijd nog een huishouden in te rigten, begaf
ik mij naar mijn schoonzoon dominee van
Selms, die met mijn dochter Truitje gehuwd
is, en waar ik als huisgenoot mijn intrede
deed.
In dat huisgezin heb ik vele gelukkige
dagen doorgebragt, las daar vele couranten,
bezocht dikwijls Rotterdam waartoe de
Electrische tram mij veel gelegenheid aan
bood.'
Afb. 8. Geertruida J. van Selms-Geill
omstreeks 1900. (foto coll. J.F. Kousemaker).
Zonder twijfel was 14 december 1904 een
belangrijke dag in het leven van Jan Adam
Geill. Op die dag wordt in Ginneken het
huwelijk voltrokken tussen zijn zoon Adolf
en Elisabeth Tak, de oudste dochter van
Pieter Roetert Tak en Sara Catharina Was.
De drie jongere zusters van Elisabeth Tak
waren eerder in het huwelijk getreden met
drie broers Koert, landbouwers te Wolp
haartsdijk. Op 24 januari 1905 wordt Eli
sabeth Tak ingeschreven in het bevolkings
register van Nisse.
Jan Adam vertrekt in de loop van het voor
jaar uit Nisse en neemt zijn intrek in het
gezin van zijn dochter Gertruida Johanna
in Rotterdam-Kralingen.
Een onverwachte wending
Geen enkel onvertogen woord vertrouwt
Jan Adam aan het papier toe, waar het
gaat over zijn vertrek uit Nisse en zijn ver
blijf in Rotterdam-Kralingen. Wij hebben
ook geen aanleiding om te twijfelen aan de
liefdevolle opvang in het gezin van dochter
Truitje. Maar dat was niet het belangrijk
ste. Jan Adam was zo met hart en ziel plat
telander en verknocht aan het Zuid-Beve-
landse dorpsleven, dat hij het er gewoon
niet uithield. Hij zocht en vond een oplos
sing om de zaken naar zijn hand te zetten!
In hoeverre de familie het met hem eens
was, blijft gissen.
'Dikwijls moest ik Nisse bezoeken, om mijn
bezittingen, die in bouw- en weilanden en
boomgaarden bestaan, en die ik gaarne met
een bezoek vereerde en zoo aan het dorpsle
ven herinnerde. Daartoe huurde ik een net
kamertje bij een landbouwer de Back, waar
ik inwoonde en mijn eigen meubels
gebruikte. Dit huisgezin bestaat uit man,
vrouw, drie kinderen, twee zonen die flink
in de boerderij meewerken en een aardig
meisje dat de school nog bezoekt.'
Het is Andries de Back (geboren 29 maart
1862 te 's-Heer Arendskerke) die zijn boe
renbedrijf aan de Gerbernesseweg, net bui
ten de bebouwde kom van Nisse heeft,
waar Jan Adam onderdak vindt.15' Op 14
mei 1906 wordt hij op dit adres in het
bevolkingsregister ingeschreven.
Waarschijnlijk is het zo geweest dat hij
gedurende de winterperioden in belang-
9