rijke mate in Rotterdam-Kralingen ver
toefde en voor de rest van de tijd in Nisse.
Uit de manier waarop hij deze periode van
zijn leven beschrijft, kunnen wij alleen
maar opmaken dat het bijzonder aange
naam was.
'De man is een werkzaam landbouwer, die
zijn akkers weet te behandelen, zoowel met
den ploeg als met den houweel, de vrouw
eene zinnelijke, ijverige boerin, die zuinig
heid met vlijt weet te paren en daardoor de
dubbeltjes weet te bezigen, achter de groote
kastdeuren, en ze weer vandaan weet te vat
ten, om in huishoudelijke uitgaven weg
weet, om in noodzakelijke behoefte te voor
zien. Zij bezit de gave de boter niet te zout of
te flauw te bereiden en daardoor de dunne
sneedjes brood die ze des morgens voor mijn
ontbijt smakelijk op tafel te brengen.
Daar ik op de hofstede nog mijn eigen rij
tuig bezit, gebeurt het wel, als ik eens wil
toeren, de Back een paard uitspant en ik
dan ga rijden.
Het is wel opmerkelijk dat deze Andries de
Back een zoon is van een vroegere vriend
van mij, M. de Back waarmede ik veel
omgang had tijdens ik te Waarde en ook te
Krabbendijke vertoefde. M. de Back zijn
vader was een geleerd man, die veel boeken
had gelezen, en bij wien ik veel in huis
kwam toen hij als boer te Krabbendijke
woonde.'
Cornelis de Back, geboren te Kruiningen
op 24 mei 1792, woonde als landbouwer in
Krabbendijke vanaf 1821. Zijn zoon Mari-
nus, geboren te Bath op 24 juni 1819, was
bevriend met Jan Adam. Hij verhuisde
later naar 's-Heer Arendskerke.
Heel even stipt Jan Adam aan waar het in
wezen bij hem om gaat:
'Dat vrije landleven bevalt mij zoo uitste
kend, waar men zonder onbeschofte vlegel
te zijn, de vervelende stadsetikette niet
behoeft te volgen, die men soms omwille van
Afb. 10. De boerderij aan de Gerbernesseweg 17 te Nisse, destijds bewoond door Andries de
Back. De schuur is later vernieuwd, (foto T. Lepoeter-Boes, 2000.)
11