Tekening 2
Gezicht op de onderzijde van een profiel-
schaaf. Van dit soort schaven werd al
vanaf de Gotiek gebruik gemaakt om de
profielen aan de stijlen te schaven. De
beitel is geslepen in dezelfde vorm als de
(geprofileerde) zool. In elke timmer
manswerkplaats vond men tientallen
modellen van dergelijke schaven. Men
gebruikte ze voor de afwerking van mas
siefhout. Gefineerde meubels kennen
weinig of geen geschaafde profielen. Pro
fileringen werden voor de afwerking van
meubels en betimmeringen van groot
belang geacht. Ze zijn zoals elke vormen
taal aan mode onderhevig geweest en
vertonen dus een van tijd tot tijd ver
schillend karakter.
prof/i/rcAagf
OoderrAe/bare/t e*-/ft6ee/</
gemakkelijk aanwijsbaar. In de daarop vol
gende stijlperiode, de Renaissance, gaat
dat veranderen.
In onze streken krijgt de Renaissance rond
1550 vaste voet aan de grond en geleidelijk
veranderen gebouwen en interieurs van
uiterlijk. Voor ons land is de Renaissance
en de eruit voortkomende Barok van grote
betekenis geweest, omdat ze samenviel met
een periode van grote politieke en economi
sche expansie, waarvan een tijdperk van
grote bloei, de Gouden Eeuw, het gevolg
was. Het is de enige stijl geweest waarin
Nederland het buitenland aanwijsbaar
beïnvloedde.
In eerste instantie echter kwamen de
nieuwe vormen rechtstreeks vanuit Italië,
waar de Renaissance zijn oorsprong had, of
via Frankrijk en de Zuidelijke Nederlanden
tot ons.
Dat men in Zeeland zwaar leunde op het
zuiden, dat cultureel een stapje voorlag op
de noordelijke gewesten, is begrijpelijk
gezien de geografische ligging.
De val van Antwerpen in 1585 en de
Spaanse politieke en godsdienstige druk op
het zuiden veroorzaakte een invasie van
vluchtelingen in deze streken. Een groot
aantal van hen vestigde zich in Middel
burg, waar ze een niet onbelangrijk stem
pel op allerlei aspecten van het maatschap
pelijk en economisch leven zouden druk
ken. In de meubelkunst is die invloed dui
delijk aantoonbaar. Dat Zeeuwse meubels,
maar ook gebouwen, Vlaams/Brabantse
kenmerken en invloeden vertonen is dus
niet verwonderlijk.
Het is aannemelijk dat evenals in de bouw
kunst het meubel aanvankelijk overgangs
vormen van de oude naar de nieuwe tijd te
zien zou geven. Toch kennen we daar op
het gebied van Zeeuwse kasten en kisten
nauwelijks voorbeelden van. Het feit dat
meubels uit onze gewesten zich niet noe
menswaard onderscheidden van die uit
andere is daar niet vreemd aan. De zoge
naamde Zeeuwse kast lijkt er ineens te zijn
en tegelijkertijd daarmee de Zeeuwse kist.
Tussen beide meubels is voor wat betreft
vormentaal nauwelijks verschil. Ze verto
nen dezelfde bouwwijze en ornamentiek.
De Renaissance kist in Zeeland toont een
meer ingehouden karakter dan die in de
rest van ons land. Ze bereikt niet de plasti
citeit en overlading, die wel bij noordelijker
exemplaren wordt aangetroffen en waarin
kariatiden (stijlen gebeeldhouwd in de
vorm van een mens) soms de functie van
stijl hebben overgenomen en de panelen
met reliëfs zijn overdekt.
15