Daarnaast zijn er wat meer elementen die duiden op een late afkomst. De zijkanten van de middenstijlen zijn afgeschuind; middenstijlen van oudere kisten hebben altijd een geprofileerde schaafbewerking ondergaan. Vervolgens zijn de kwartcirkel- vormige uitstekingen op de hoeken van de panelen typisch voor achttiende-eeuwse meubels, die, gezien de landelijke traag heid in het volgen van modetrends, ook nog dikwijls in de negentiende eeuw werden toegepast. Zo goed als zeker is deze kist een product van een late navolger, waar schijnlijk uit het begin van de negentiende eeuw. Ook het vrij grove eikenhout van met name de bovenregel wijst daar op. Een evenwichtige bouw kenmerkt het Renaissance meubel. Deze stijl maakt gebruik van even getallen, in dit geval b.v. vier voor de panelen in plaats van drie en benadrukt het horizontale. De zware belij ning van de onderregel en de lichtere in de bovenregel beklemtonen dit horizontale aspect. In de afgebeelde kist blijkt het ver loren gaan van het stijlbesef: de vlakverde ling van het bovendeel keert terug op de onderste regel, wat een merkbaar verlies aan horizontale nadrukkelijkheid veroor zaakt en tevens een onrust die niet bij de geest van de Renaissance past. De decora tieve indeling van de klassieke kist is verre superieur. Foto 5: Dit soort kisten wordt ook voornamelijk op Zuid-Beveland aangetroffen. Een stoere kist, die de verfijning van zijn voorgangers mist, maar toch aantrekkelijk oogt door zijn verhoudingen en ingehouden versie ring. Let op de mooie kwaliteit hout voor de panelen met zijn glanzende spiegels. De ruitvormige versiering maakt vergeleken met de eerdere afbeeldingen een wat povere indruk, die niettemin door de makers als zinvolle versiering moet zijn opgevat, want al dit soort kisten is er stee vast mee uitgevoerd. De horizontale vlakken op de regels bestaan uit vrij dik opgelijmd (dus niet ingelegd) palissanderhout. De uitgezaagde hoekstukken, die ook vaak bij Renaissance- meubels werden toegepast, verlenen deze kist een wat speelsere aanblik. Het deksel is niet langer gebogen, maar bestaat hier duidelijk uit drie trapezium vormig aan elkaar gehechte planken. Datum: tweede helft achttiende eeuw. Over de makers van de Zuid-Bevelandse kisten is weinig of niets bekend. Een moge lijkheid om identieke kisten met elkaar in verband te brengen, wat vervolgens kan leiden tot lokalisering en identificering van een maker zou bijvoorbeeld kunnen door middel van het nameten van de diverse profileringen. Een moeizaam karwei, waar van het resultaat nog moet worden afge wacht. Mogelijk dat dit artikel via reacties van lezers een aantal gegevens oplevert, die er toe kunnen leiden dat nasporingen gedaan kunnen worden, die opheldering kunnen verschaffen over de handen die deze fraaie voorbeelden van landelijke ambachtskunst tot stand hebben gebracht. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2001 | | pagina 54