De burgemeester en zijn vervanging Burgemeester Van Horsigh, die in 1895 te Oosterhout was geboren, had een zwakke gezondheid. Door de grote spanning waar onder hij in oorlogstijd moest werken was hij verschillende keren gedwongen ziekte verlof te nemen. De eerste keer tijdens de oorlog dat Van Horsigh met ziekteverlof was, van 2 december 1940 tot 15 juni 1941, werd hij vervangen door W.J.W. (Jan) de Goede, ambtenaar ter secretarie, die op 2 december 1940 door de waarnemend Com missaris der provincie tot vervangend bur gemeester was aangewezen. Van Horsigh verbleef in die tijd in Renkum. Al in 1941 werd aan hem opnieuw ziekteverlof ver leend. Omdat toen ook Jan de Goede met ziekteverlof was, werd op 17 juli 1941 als waarnemend burgemeester benoemd G.A. Bax, burgemeester van Heinkenszand. Onder diens voorzitterschap vond op 19 augustus 1941 de laatste vergadering van de gemeenteraad tijdens de oorlog plaats. Ontslag en gevangenschap van Van Horsigh Op 17 december 1943 kreeg burgemeester Van Horsigh van de Commissaris der pro vincie Dieleman, die op last van de Gene- Afb. 1. Gemeentehuis te 's-Heerenhoek 1948 (foto collectie J. de Ruiter). raai der Wehrmacht handelde, schriftelijk het bevel te zorgen dat op maandag 20 december 1943 achttien mannen zich zou den melden in de Jacobpolder bij Nieuw- dorp voor het verrichten van werk voor de Duitsers. Van Horsigh stelde Dieleman de vraag wat de gevolgen waren als hij deze opdracht weigerde uit te voeren. Hij kreeg te horen dat weigerende burgemeesters zouden worden gearresteerd en doodge schoten. Onder die dwang voerde Van Hor sigh het bevel uit. Daags nadien, op 18 december 1943, schreef de burgemeester aan de Secretaris- Generaal van Binnenlandse Zaken te 's- Gravenhage dat de door hem uitgevoerde opdracht in strijd met zijn geweten van goed vaderlander was en hij daarom ont slag als burgemeester verzocht. Op 9 januari 1944 werd Van Horsigh in zijn woning door de Duitsers gearresteerd en weggevoerd. Na lange tijd gevangen te hebben gezeten in Sint Michielsgestel, her kreeg hij pas op 6 mei 1945 vanuit de straf gevangenis te Scheveningen zijn vrijheid. Op 1 juni 1945 hervatte hij na een korte vakantie zijn werk als burgemeester van 's-Heerenhoek. 22

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2001 | | pagina 56