Ghij naemt mij om het goet, dat weet ick lieve orient Maer ghij en hebt als noch mijn gunste niet verdient Kom, doet dat u betaemt, en kom ick dan te sterven Soo sulje machtigh geit en rijcke panden erven Maer soo ick weder hoor, dat ghij noch elders vrijt Soo gaeje voor gewis mijn geit en gunste quijt Ick sal, al wat ick heb, aen neef en nichten maken En ghij suit wederom in Calis-bende raken Wie oyt een vrouwe neemt, hoe sij oock wesen magh Die moet haer eygen zijn, oock tot haer lesten dagh Ick hoore datje derft uw echten dagh beklagen En noemt, bij mij te zijn, niet als bedroefde dagen Ja, roept oock menighmael, als dat'et u berout Dat ghij ter rechter tijt geen jonger hebt getrout Wel, lincker alsje zijt, wat magh u doch ontbreken Als datje dertel zijt, mits u de kruymen steken Ghij quaemt uyt Calis-hoeck, soo naeckt gelijck een pier En deet al menighmael een maeltijt sonder bier; Een schootsvel om het lijf, dat moest u leden passen, Maer nu is u de wol tot op den rugh gewassen. Nu hebje maer alleen te sitten bij 't gebraet En let maer of het spit geduerigh omme-gaet Ghij daerom, zijtge wijs, laet al de kleuters varen Sij hebben anders niet als slechts haer groene jaren Haer jeught is al haer goet; ick heb u wel gedaen En die hem wel bevint, en moet niet elders gaen' Kort na elkaar gebruikt hij de woorden: Calis-bende en Calis-hoeck. Het eerste is een duidelijke woordspeling in de betekenis van armelui. Maar nu we weten dat er in Frankrijk een Calishoeck bestond acht ik het heel goed mogelijk dat Cats het woord Calis-hoeck in de meest letterlijke zin gebruikt heeft. Per slot van rekening heeft hij in Zeeuws Vlaanderen en Walcheren gewoond in de tijd dat zich daar veel men sen uit Calais en de Franse Calishoeck gevestigd hebben. Hij moet de komst van emigranten met eigen ogen aanschouwd hebben en het zal hem niet ontgaan zijn dat deze meestal met lege handen aankwa men, omdat zij hun bezittingen hadden moeten achterlaten. Wordt vervolgd 18) Goes, RAZE 1738, fol.72v, 74v, 90 (1508), vermeldin- gen van Caleijs zone. 19) John van Raak, Kalishoek in 'Ledevaert luidt' Van Berkel 1993, Verspreiding van de familienaam Kalis in Nederland. 20) A.N.W.van der Plank, Het Namenboek. De herkomst van onze voornamen en de hiervan afgeleide achter namen, Bussum 1979. 21) In Vlaardingen trouwde 24.7.1649 Comelis Arense Kalisvaer, weduwnaar van Maertje Ebberts. De com binatie van een patroniem met 'vaer' w.s. 'vader' komt meer voor. Denk aan Thomasvaer en Pieternel in 'De bruiloft van Kloris en Roosje'. In de Selnissen- polder woonde Adriaen Jacobsz, die genoemd werd 'op 't Stael', 'Staelman' en 'Staelvaer'. 22) F.A.Brekelmans, De Kalishoek te Ginneken. Jaar boek en registers van de Geschied- en Oudeheidkun- dige Kring van Stad en Land van Breda. 'De Oranje boom', XI,Jg. 1958, 67-69. 23) R.A.'s Hertogenbosch, Recht.Arch.Ginneken, 130,20.3-3.4.1751 24) Breda, adresboek 1903, straatnaam Caleshoek. 25) Archief Rekenkamer, 508-C 8203A, fol.l37v., 2.9.1629; idem 138v, 14.1.1631, e.a. 26) Archief van de Classis Walcheren, 28.1-75 27) Stadsarchief Leiden, Getuigenisboek K, fol.l34vso, acte 27.9.1610. Een verklaring van Pieter Muiier, fïlius Bernaert, dat zijn vader omstreeks Maart 1576 in 'de Calishoeck bij Calis' was overleden. 28) Goes, Nots.Dignus Petri, RAZE 2082, fol.269vso en 270, 15.5.1657, betreft nagelaten goederen van Maria Colle. 29) Dr. J.van Vloten, Alle de wercken van Jacob Cats, II, Zwolle 1862 32

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2001 | | pagina 66