ken besturen op den zwaren zandweg wij
zen, die daarop gegrind is geworden en in
een fraaije weg is veranderd.'
De zandweg van Kapelle naar Wemeldinge
is voor het verkeer van oudsher van groot
belang. In 1889 komt na langdurig overleg
tussen de gemeenten Kapelle, Kattendijke
en Wemeldinge de begrinding van deze
weg tot stand. In hoeverre het aandringen
van Jan Adam Geill op deze maatregel
invloed heeft gehad, is niet duidelijk.
Opnieuw terug naar Nisse
'Daar Nisse zich het gemis van een genees
heer moest blijven getroosten, niettegen
staande er herhaalde oproepingen werden
gedaan en vele ingezetenen mij zoo gaarne
weder in hun midden wilden zien, begaf
mij de moed, hunne verzoeken te blijven
weigeren en besloot gevolg te geven aan
hunne uitnoodigingen en werd wederom
Nissenaar waarbij kwam, dat ik mij
gaarne in de nabijheid mijner geliefde
dooden wilde begeven. Ik betrad weder mijn
vorige woning, die door mijn heengaan door
de gemeente was gekocht.'
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
Dit gevoel was ook Jan Adam Geill niet
vreemd. Als de roep om terugkeer naar
Nisse groter wordt, kan hij daar geen weer
stand aan bieden. Op 10 maart 1890
behandelt de gemeenteraad van Wemel
dinge zijn verzoek tot ontslag in verband
met zijn benoeming als heel- en vroedmees-
ter te Nisse en 's-Heer Abtskerke. Al zal dit
waarschijnlijk niet zoals bij zijn komst
twee jaar geleden, met een serenade
gepaard gegaan zijn, op 20 mei 1890 ver
trekt Jan Adam naar Nisse.
Omdat hij bij zijn vertrek uit Nisse in 1888
de woning aan het Dorpsplein voor
3.000,— aan de gemeente heeft verkocht,
betrekt hij deze woning nu in eerste
instantie als huurder.10'
Zoon Adolf volgt Jan Adam op
vol ijver heb ik zoo nog eenige jaren
gedaan wat ik doen kon tot ik mijn 80-
jarige leeftijd had bereikt.
Was het wonder dat de stille hoop mij deed
denken afstand van mijn woelig geneeskun
dig leven te doen? Maar door mijn jongsten
Afb. 6. Adolf Geill tijdens zijn artsenstudie
te Utrecht omstreeks 1895. (foto coll. J.F.
Kousemaker).
zoon Adolf, die nog in de Akademie te
Utrecht zijn studieen voortzette, kon ik die
gewenschte rust nog niet nemen, omdat hij
nog niet klaar was om mijn plaatsvervan
ger te worden. Maar toen hij arts was, werd
hij Nissenaar, zoodat de Geillen en Nisse
onafscheidelijk aan elkaar verbonden
waren.
De vele zorgen die ik altijd voor mijne zie
ken had gevoegd bij de slapelooze nachten
die ik als verloskundige moest ondervinden
gaven voldoende redenen het oogenblik te
zegenen dat mijn loopbaan geëindigd was.
Temeer omdat de omgang met mijne drie
zonen aanleiding gaf dat ik het vroegere
vaste zelfvertrouwen geheel verloren had en
het daardoor hoog tijd was mijn ambt neer
te leggen.'
Drie van Jan Adams zonen treden in zijn
voetsporen en volgen een medische oplei
ding. Dit zijn George Frederik (geboren
6