vruchtbaar land maken. De Heernisseweg ten zuiden van de berg is zeer waarschijnlijk een afgegraven dijkje, dat deel uitmaakte van de oudste bedijking ten noorden van Kloetinge. Dit dijkje, eigenlijk een lage kade, moet zijn opgewor pen kort na 1134 en was nodig omdat in de eerste helft van de 11e eeuw het dorp en landerijen vele malen inundeerde1'. De berg lag iets ten noorden van dit dijkje, nog geheel buitendijks dus in een landschap dat onder invloed stond van de Schelde met z'n kreken en stroomgeulen. Rond 1200 kwam de berg binnendijks te liggen door indijking van de aanwassen ten noorden van de Heernisseweg. Deze dijk werd de Noorddijk genoemd (nu Katten- dijksedijk) en liep van de toenmalige Goese havenmonding naar de oude kreek de Dee (nu Deesche watergang) en verder in de richting van Kattendijke. De eerste tot nog toe gevonden vermelding vinden we in een belastinglijst over het geschot van 1566. Daarin vinden we dat Johan Adriaenszoon Blancx, als rentmees ter van de Heer van Kloetinge, een aanslag van 3-17-5-6 groten vlaams oplegt aan Adriaen Janssen ter Heernisse. Deze moet dus in het onderzochte gebied flink wat land in eigendom gehad hebben. Van een huis of hofstede werd geen melding gemaakt. Bewoningsgeschiedenis na 1600 In een belastinglijst op het aantal schou wen/schoorstenen uit 1601 staan twee hui zen in Heernisse. Het huis en neerhuis van Arent Janssoon hebben beide één schouw. In het 'hoechuys' van Lijsbeth Adriaens weduwe staat één schouw en ook in haar 'ovekeete' moet er volgens de opgave een schouw geweest zijn. Opmerkelijk is hier de benaming het 'hoechuys' het Hoge Huis dus. Dit is een aanduiding die gebruikt werd voor een grote woning van bijv. een ambachtsheer of een dorpsgenoot met aan zien. 1607: Het Wal gelegen in een perceel van 8 gemet 214 roeden (vermeldingen in de overlopers) De oudste vermelding van Het Wal en het wegeling is te vinden in de overloper van 1607. De eigenaar is dan Willem Mertssen Wat zijn overlopers? Overlopers zijn simpel gezegd met de hand geschreven belastinglijsten, eigenlijk de voorloper van het kadaster. Daarin vermelde men de eigenaren, de gebruikers, de huizen, hofsteden en de grootte van de percelen om de hoogte van het geschot te bepalen. Achterin vinden we meestal een register van de eige naren. Iedere 7 jaar kreeg een landmeter de opdracht om alles opnieuw te beschrijven. Eeuwenlang vol gens een vaste volgorde en methode. Van het Noordambacht van Kloetinge zijn de overlopers van 1607- 1860 bewaard gebleven. Er zijn vaak meerdere exemplaren gemaakt die worden o.a. bewaard in het Gemeentearchief van Goes en in archief van het Waterschap De Zeeuwse Eilanden. De oudst bewaarde overloper waarin de motteberg Het Wal en het Trafoelken/Rafoelken staat beschreven is van 1607 van het Noordambacht van Kloetinge. Met zeer fraaie woorden als aanhef: 'OVERLOOPER VANT NOORTAmbacht der prochie Ende heerlycheid van CLOETINGE, verhevent ende overgeset voor Bamisse Anno XVI c. ende zeven. DEN HOUCK DAER CLAES IACOBS huys in plach te staen, begonnen inden houck vande dyck, strec- kende lencx de havendijck zuydt oppe, daerinne begrepen t'landt liggende benoorden den heernissewech, streckende zulcx naer Willem mertssen dryewegen hoff toe neffens den voorschreven heeren wech.' Dan volgt een opsomming van percelen in deze hoek met in de kantlijn soms een aantekening. Bijna aan het einde van de beschrijving van deze hoek staat de berg Het Wal en Rafoelken als: Willem Mertsen Dryewegen oo. aen met het Wal daerinne begrepen 8 gemet 214 roeden, boent selve. Pieter Willemsen (rentmeester) z. aen boogert geseyt het rafoelken 547 roeden, hier in heeft Willem mertsen voorschreven een eygen wecheling breet 16 voeten bedraecht 30 roeden, baent Pieter Willemse zelve. Heer heyndricx Capellerie oo. aen 548 roeden, baent Willem mertsen dryewegen. Somma zonder t'landt Inde bolwercken enden Stadts vesten als inden berm berooft 64 gemeten 16 roeden.' 9

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2001 | | pagina 11