Landmeters Eeuwenlang maakten landmeters kaarten en registratieboeken van belastbare grondeigendommen. In opdracht van de rentmeester werden bij bedijkingen of grote wijzigingen opmetingen gedaan. Landmeters hielden ook toezicht bij het afgraven van gronden voor dijkaanleg. De grondeigenaren en bestuurders van o.a. waterschappen bezaten hiervan een kaartenboek waarin de hoeken, percelen en dijken met de namen nauwkeurig opgetekend waren. In Kloetinge werd deze registratie voor de ambachtsheer bijgehouden in z.g.n. hevenboeken of overlopers. Men gebruikte als maat de Blooise roeden. Het beroep van landmeter was een vrij beroep en velen combineerden het met een ander vak waardoor vreemde combinaties ontstonden. Bij een geschil over de eigendommen kon men een hermeting aanvra gen. Dit moest dan gebeuren door '2 gesworen landmeters der Graaflijkheid van Zeeland'. Deze mensen hadden middels een examen een proeve van bekwaamheid laten zien en waren beëdigd landmeter. Landmeters werden ook ingezet bij het vaststellen en inning van de grondbelasting. Zij moesten op z.g.n. trekdagen zitting houden in de parochierechtkamer. Werk en salaris stond precies beschreven in een con tract waarvan exemplaren bewaard zijn gebleven. Voor verdere informatie zie: B. Wennekers, Repertorium landmeters 14e - 18e eeuw, Admissie aan Neder landse landmeters blz. 191 e.v. deze molen: staande op een 'eijgen erve, tsamen mette ledig erve en teenbosch' en een eigen wegeling van 30 roeden. Jan Cla- esz en Sara Claesd kunnen dus broer en zus geweest zijn. (RAZE 3164, pag. onge nummerd d.d. 18 oktober 1652). De bena ming het Teenbos voor een perceel van 113 roeden met een eigen wegeling van 30 roe den, vinden we in deze eeuw nog enkele malen in de overlopers. In 1684 werd de buitenplaats Den Berg verkocht zonder het Oude Molenwerf (de boekweit-gortmolen) gelegen ten zuidoos ten van het Rafoelken. (A.J. Blok zonder bronvermelding). Bij een verkoop in 1714 verkopen Reijnier Knuijt en de erfgenamen van zijn overle den vrouw Janneken Olderbeke aan Mari- nis Witte een 'Houfje van outs genaamt het Bouckweijt molentie, gestaan in 't oost Eijnde van 't rafoeltie met 113 roeden Eijgen Erve daar 't selve op staat, en 30 roeden wegelink'. In de overloper van 1649 zien we dat deze 113 roeden in eigendom was bij Rijcke Pie- tersen (2/3 deel) en Cornelis Jansz. Bierste ker (1/3 deel). De naam is nu het Teenbos. Werden hier wilgentenen geteeld op een laag stuk drassige land? Het Teebusch/bos zou ook vertaald kunnen worden als 't Eebos, dus waterbos/ bos met een water loop of waterpartij. Vermoedelijk heeft er vanuit het zuiden bij het Rafoelken en Het Wal een oude kreek gelopen richting 's-Heer Elsdorp en de Schelde. Tot 1832 vermelden de overlopers daar het 'Eehuijs en hoffeen boerderij aan deze voormalige waterloop. We kunnen die herkennen als een zandige strook in het landschap en aan de grillige lijnen van de percelen op de eer ste kadasterkaart van de landmeter L. Paardekoper. Het Teenbos werd later ook een keer Steenisse genoemd. Tot 1783 veranderd er eigenlijk weinig, de percelen veranderen van tijd tot tijd van eigenaar door vererving of verkoop. In de overlopers, die elke 7 jaar werden opge maakt, volgen we de namen van bekende en onbekende eigenaren. Het Rafoelje, was van 1678-1692 van Bou- dewijn van der Noot en Jan Baroen, Jacob Langschot bezit het in 1699, Johannis Lantschot 1706-1720 en zijn erfgenamen in 1727, Marinus Arentse 1734-1762, Jaco bus de Jongh Wz. werd als eigenaar genoemd in de overlopers van 1769-1783. Het Rafoelje is van 1790-1811 eigendom van Jan Landman, ook hij heeft meerdere naastgelegen percelen in bezit. We zien weer een verandering, de 2 percelen van Soutendam met 44 en 26 roeden zijn opeens van 44 naar 24 roeden van Adr. Almekinders en 26 naar 46 roeden van Jan Soutendam geworden. Vermoedelijk een huis met erf. Het perceel van 46 roeden gaat naar Leendert Paardekooper (kadas ter 154 en 155?) lijkt dus niet bij het Wal maar bij het Rafoelje te horen! Van 1818-1839 is Adriaan Almekinders eigenaar van het Rafoelje. In 1825 zijn 13

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2001 | | pagina 15