Adriaan Almekinders en Jan Soutendam eigenaren van twee percelen ten westen van het Rafoelje, later in het kadaster als huis en pad vermeld. 1846-1853 heeft Philippus Olivier het Rafoelje en de 24 roeden Paardekooper bezit nog steeds de 46 roeden. In 1860 staat L.Kopmels als eigenaar in de laatste overloper genoemd. In de kadastrale en gemeentelijke gege vens heb ik andere eigenaren van dit deel van het Trafoelken niet nagezocht. Mijn aandacht bleef op de motteberg Het Wal gericht. Voor de bouw van het streeklaboratorium aan de Heernisseweg moest dit huis, ook wel 't Witte Huis genoemd, verdwijnen. In dit eeuwenoude witte huis/boerderij in de bocht van de Heernisseweg woonde als laatste de hovenier Abraham Corstanje met zijn gezin tot de de sloop in de jaren zestig/zeventig van de vorige eeuw. In een kleine aanbouw woonde zelfs nog een ander gezin. Van binnen was het huis en bedrijfsruimte zeer merkwaardig inge deeld, had dikke muren en bij de sloop zijn brede, zeer oude fundamenten gevon den (foto's gemeentearchief Goes). Waren dit de restanten van de eerder genoemde boekweitmolen of zelfs van één van de huizen genoemd in de belastinglij st uit 1601? Conclusie Na veel speurwerk en vragen aan oude bewoners van dit gebied zijn enkele dingen duidelijker geworden. Toch blijven er vra gen over de oude benamingen, bewoning en structuren in het landschap. Wat was de reden van de vreemde bocht in de Heernisseweg? Was hier vroeger een dijkdoorbraak of een spuikom met uitwa- teringsluis, of moeten we denken aan een soort bolwerk? Het meest voor de hand lig gend is dat de berg, in zijn begintijd, aan een kreek lag die vanuit het zuiden afwa terde in de toenmalige Schelde. Bekijken we oude kaarten en de bodemgesteldheid in deze omgeving dan valt het veel lager gelegen perceel ten zuidwesten van de vreemde bocht in de weg op en de zande rige strook die vanuit het zuiden langs de berg slingerend langs de perceelsgrenzen in de richting 's-Heer Elsdorp loopt. Samen met het Eebosch/Teebosch en Steenbosch bij de berg en het daar dichtbij gelegen Eehuis en Eehof (genoemd in alle overlo pers) ondersteunen zij het bestaan van een vroegere kreek en het vermoeden van een uitwateringsluis met spuikom toen de Heernisseweg tot rond 1200 nog een dijkje was. De naam Het Wal, vinden we in alle bewaard gebleven overlopers en verkoop akten als vaste aanduiding voor deze berg en doet ons tevens denken aan een ver sterkte verhoging aan het water. Voor de vreemde oude naam van het zuidelijk gele gen Het Rafoelje/Trafoelken wordt ver wezen naar dr. Gottschalk in haar boek Historische Geografie van Westelijk Zeeuws-Vlaanderen, blz. 111-115. Zij schrijft daar over het 'Roffoelkin daer Buerchgravensteen ofte wal in in ligghet' waarin de kern van het Oudeland van Cad- zand moet zijn ontstaan. Het hoge wal lag aan een zeer oude geul en men vermoedt dat hier het in 1189/90 genoemde Ouden- werve heeft gelegen. Misschien kunnen we ons Rafoelken daarmee vergelijken, er lag daar ook een wal (berg) aan een oude kreek en op de berg zal zeker ook een versterking hebben gestaan. Bij het afgraven van de berg is helaas geen onderzoek verricht naar bijv. de opbouw van de berg, oudste bebouwing op de top, ligging van een voorhof en de grachten. Kortom we weten niets van deze berg in de mottefase. Pas vanaf 1607 vinden we ver meldingen van Het Wal/Den Berg. Een nieuwe kans voor archeologisch onder zoek doet zich voor nu er besloten is het verpleeghuis Ter Valcke af te breken en nieuwbouw te realiseren op het zelfde ter rein. Wordt vervolgd Met veel dank aan de heren A. Beenhakker, Middelburg en M. Noordhoek, Wolphaartsdijk voor de mondelinge informatie. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2001 | | pagina 16