Van de redactie: milieuvriendelijk zèg! Helaas, te voet en op de fiets is het moeilijk tellen. De auto is onze schuilhut. We merken op, dat zoals gewoonlijk de uiterste westpunt van Noord- Beveland weinig vogels herbergt. In het midden zijn een paar leuke groepen ganzen, grauwe- en rotganzen te zien. Grauwe gan zen overzomeren en broeden zelfs op Noord- Beveland. Rotganzen zijn ganzen, die vroe ger hoofdzakelijk zeegras aten. Maar zeegras is er bijna niet meer en nu zitten ze dus op de landerijen achter de zeedijken. Al lang niet meer zoveel als enkele jaren geleden. Veel van de ganzen, ook de brand- ganzen en de kol- en rietganzen blijven op Schouwen, waar de natuurgebieden speci aal voor hen ingericht zijn. Helaas zijn de kleine zwanen vertrokken. In oktober, november en december zaten ze op de bie tenkoppen, die dan nog niet ondergeploegd waren. En zoals dit jaar en een paar jaar geleden eten ze ook graag de op akkers ach tergebleven aardappels. Wanneer deze op zijn gaan ze elders foerageren, tot zelfs in Zuid-Engeland. Ze waren hier met ongeveer een duizendtal, waaronder dit jaar een leuk percentage jonge vogels. Wanneer je de groep op je gemak bekijkt, met de telescoop, kun je de nummers op hun halsbanden lezen. Je weet dan waar ze vandaan komen. De meeste kleine zwanen, komen uit het noorden van Siberië, waar ze ook broeden. Sinds mensenheugenis, komen ze veelal naar Nederland om te overwinteren. Dit is een grote verantwoording voor ons. Het is een ongelooflijke belevenis om zo'n grote groep bezig te zien en vooral te horen. Het zacht zingen is zo mooi. Vooral als je in de avond of de vroege morgen je buitendeur open doet en de hele wereld nog stil is. Later horen wij dat een andere vogelteller een groepje gezien heeft in de Soelekerke- polder. Vanmorgen zondag 14 januari, hoor ik op vroege vogels (VARA) collega vogeltel lers enthousiast vertellen over hun ervarin gen. Een vogelaar in 't waddengebied ver telt over de duizenden rosse grutto's. En iemand uit Limburg vertelt over de duizen den kieviten, de ijsduiker, de grote gele kwikstaart en de kolganzen. Zo zijn ongeveer duizend tellers, 13 januari bezig geweest. U begrijpt wel, dat we dit werk graag doen. Het is echter niet alleen voor ons plezier. De resultaten geven aan hoe het met onze vogels is gesteld. Noordbcvcland Op 15 maart j.l. promoveerde ons oud-redactielid Albert Kort aan de Erasmusuniversiteit te Rotterdam op het onderwerp: 'Geen cent te veel. Armoede en armenzorg op Zuid-Beveland, 1850-1940'. Zijn onderzoek heeft een zeer informatieve studie opgeleverd. Wij komen later nog uitvoerig terug op zijn dissertatie. De redactie van de Spuije weet zich in elk geval gesteund door zijn prikkelende eerste stel ling: 'Lokale geschiedenis is in wezen niets anders dan macro-geschiedenis op micro-niveau. Vrijwel alle ontwikkelingen die we in de geschiedenis van een werelddeel of land waarne men, zien we in het klein terug in de geschiedenis van een stad of dorp'. Het vervolg artikel (deel III) 'Arme Calissen of Calaisiens? Een onopgeloste vraag' van Paul Harthoorn verschijnt in De Spuije nr. 54. 27

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2001 | | pagina 35