Museumnieuws De molenaar van Ovezande Frank de Klerk In het museum in Goes wordt in de nazomer een grote tentoonstelling van ansichtkaarten georganiseerd. Het is de bedoeling dat diverse verzamelaars kaarten van alle Bevelandse plaatsen uitlenen. Zoveel mogelijk zullen anecdotes over de prenten worden verzameld. Naar verwachting zal in oktober of november het museum voor een noodzakelijke verbou wing worden gesloten. De museumorganisatie zal dan vermoedelijk verder worden uitge bouwd tot een meer professionele structuur. Het Fruitteeltmuseum biedt, naast diverse speciale zomerevenementen, in de maanden juli en augustus een tentoonstelling van originele prenten van het Koninklijk Zeeuwsch Genoot schap der Wetenschappen te Middelburg. Dit betreft een selectie van de prenten die gebruikt worden voor de nieuwe Genootschapsagenda 2002, die als thema Landbouw en Visserij heeft. Jan de Ruiter Op 26 juli 1734 daagde de Ovezandse mole naar Laurens van Eenenaam zijn wettige vrouw Maria Latoer, wonende te West Sou burg voor het gerecht van Ovezande. Secre taris Boudewijn Couwen noteerde nauwge zet de aanleiding en de eis. Het bleek dat Laurens en Maria met Bamisse 1708 te West-Souburg waren getrouwd en 'aldaar in huijshoudinge off gemeene samenlevinge gewoont tot omtrent de maand july'. Toen liep het huwelijk spaak en zag Laurens zich genoodzaakt 'te delogeren' en tekende in een ondoordacht moment een tweejarig contract als soldaat in Oost Indië. In sep tember vertrok hij met het schip 'Door- nick'om met het schip 'Leiden in het vader land reverterende; met vergetinge van al het geledene' trachtte hij bij Maria de draad van het huwelijk weer op te pakken. Deze weigerde hardnekkig de relatie voort te zetten. Laurens verklaardde 'de gedaag- desse soo hardnekkig bevonden, dat deselve alle minnelijke aansoekingen, soo door den eijser gedaan, als door andere doen, doen illuderende en verwerpende absolutelijk de samenlevinge'. Na negen jaar is hij het alleen zijn moe en wil nu via een gerechtelijke uitspraak van de Ove zandse Wet Maria dwingen met hem ver der te leven. Per brief wordt zij uitgenodigd om op maandag 26 juli 1734, 's middags tegen vier uur zich te vervoegen in herberg 'De Swane' te Ovezande om voor de sche penbank te verschijnen. Zoals te verwachten verscheen Maria niet en er volgden nog twee dagvaardingen. Doch zonder succes. Laurens werd geadvi seerd om het via de schepenbank van West Souburg te proberen. Uit West Souburg kwam het bericht dat op 13 augustus 1734 Maria 'de egtelijken samenlevinge met de eijser' had geweigerd, waarop de schepen bank van Ovezande bij vonnis van 8 sep tember 1734 verklaarde 'de huwelijksband tussen de eijser en gedaagdesse te wesen gedissolveert ende de eijser dierhalve geregtigt om met een ander te mogen trou wen'. De kosten van het proces waren voor Maria. Bron: RAZE 3416, Gerechtsrol Ovezande 1681-1739. Uitgave Prae-1600 club. 29

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2001 | | pagina 37