STANDEN,
toezegging dat zijn zoon hem mag vervan
gen als docent in voorkomende gevallen.
Dit alles wijst erop dat de financiële positie
van de nieuwe tekenschool maar schamel
was. Al lezend in de notulen valt de aan
houdende litanie van tekorten en financiële
malaise op.
De moedervereniging, het Departement
Goes van het Nut, beschikte over te weinig
middelen om de tekorten op te vangen. De
enige bron van inkomsten was eigenlijk de
opbrengst van de jaarlijkse giften van de
honoraire leden, terwijl er bovendien een
regeling was dat minvermogende jongelin
gen tegen betaling van de halve contributie
de lessen mochten volgen. Dit laatste
maakte het alleen maar moeilijker om het
hoofd boven het water te houden. Ook de
raad van de stad Goes kwam niet over de
brug en wees verzoeken om subsidie stel
selmatig af.
Wel betaalden de raadsleden uit eigen zak
een platenalbum van Matthijs van Bree,
een boek dat 110,- kostte, een enorm
bedrag toendertijd.
Ieder jaar opnieuw benoemde het bestuur
van het Goese departement van het Nut
een 'commissie tot opneming van de reke
ning', die de boekhouding van de teken-
school controleerde.
Het ging goed tot 1825, toen constateerde
de commissie een tekort van 60,- en deed
de directie van de tekenschool een beroep
om dit tekort aan te zuiveren. Of dit ook
werkelijk gebeurde is niet te achterhalen.
Toch begonnen in oktober 1826 de lessen
opnieuw. De leerlingen betaalden 6,- les
geld per jaar. Er waren negen minvermo
genden die 3,- betaalden. Merkwaardig
is in dit verband dat de honoraire leden, de
donateurs dus, het voor elkaar kregen dat
hun kinderen en kleinkinderen slechts
5,- hoefden te betalen. En dat terwijl de
financiële ruimte toch al zo beperkt was.
Het ging nu ook bergafwaarts. De betaalde
krachten, de schoolschoonmaakster en de
bode/ conciërge werden in hun traktement
beknot met respectievelijk 2,60 en 20,-
per jaar.5'
Het bestuur van 't Nut begreep dat het zo
niet langer kon wen zocht naar een oplos
sing.
6. De stadstekenschool
Uit de raadsnotulen van de stad Goes van
13 oktober 1827 blijkt dat er een brief ligt
van het bestuur van 't Nut, waarin ze zeg
gen niet langer in staat te zijn om de door
hen ingestelde tekenschool te blijven finan
cieren. 't Nut verzoekt het stadbestuur om
de school over te nemen en als stadsteken
school voort te zetten.6'
Het stadsbestuur stelt dan een commissie
in, die een soort haalbaarheidsonderzoek
moet doen. De heren Lenshoek van Zwake
en Mirandolle doen dit onderzoek en bren
gen rapport uit.
In de raadsvergadering van 24 september
1828 wordt op grond van dit rapport beslo
ten om de tekenschool met al hun lusten en
lasten over te nemen en als stadsteken
school voort te zetten. Om de school in
VERZAMELING
VERSCHILLENDE GEKLEEDE
MANS- en VROUWEN-
TBR OEFENING VAN
JONGE SCHILDERS en LIEFHEBBERS»
naar 't leven geteekend door de
KUNSTTEEKENAARS
PERKOIS ex PRIMS,
cn in 't koper gebragt door den
KUNSTGRAVEUR
M. DE SALLIETH.
TB ROTTERDAM, BIJ
J. IMMERZEEE,
I 8 1 8.
Afb. 5. G. Braam ontvangt voor zijn presta
ties op de tekenschool een "Verzameling
Standen' boek. Arch, 't Nut, nr. 94. HTA
Gemeentearchief Goes.
5