stand te houden wordt er geld op de begro ting opgenomen.7' Ook wordt er een nieuwe directie benoemd, de heer Mirandolle wordt president, secre taris wordt de heer A. Kakebeeke, de heren Lenshoek van Zwake, Blaauwbeen en Van Kerkwijk zijn de bestuursleden. Onder het bewind van de stadsregering verandert er eigenlijk niet veel. Het blijft avondonderwijs in de vakken zoals die in paragraaf 4 zijn besproken. De leerlingen zijn over het algemeen kinderen van hono raire leden en wat talentvolle weeskinde ren. Toch nam onder het stadsbestuur het aanzien van de stadtekenschool toe. Enkele leerlingen en leraren verwierven zelfs lan delijke bekendheid. De bouwkundige Louis Philippe Lannée de Betrancourt, die sinds 1829 stadsarchitect van Goes was, werd in datzelfde jaar 'onderwijzer in de meet-, teeken-, bouw- en doorzichtkunde aan de stadstekenschool van Goes', zo vermeldt Nagtglas in zijn 'Levensberichten van Zeeuwen'.8' Ook zeer bekend was Geerard Braam, schilder en tekenaar te Goes. Hij was de zoon van Willem Braam, die stadsteken- meester was en lid van het eerste bestuur van de tekenschool. Geerard Braam volgde in 1864 z'n vader op als onderwijzer aan de stadstekenschool. Hij bleef dat tot de opheffing in 1853.9' Ook niet onvermeld mag blijven Adriaan Brandt. Hij was bestuurslid en onderwijzer aan de Goese tekenschool in de periode dat de school een Nutsschool was.10' 7. De opheffing van de school In het midden van de negentiende eeuw veranderen de opvattingen over onderwijs, en dus ook over tekenonderwijs. We zagen eerder in dit artikel al, dat het tekenonder wijs hoofdzakelijk bestemd was voor de beter gesitueerden. Het lag erg in de hob bysfeer. Voor leerling-ambachtslieden was het onderwijs minder geschikt en vooral onbetaalbaar. Ook in Goes zag men dat in. Op 2 augustus 1852 ontvangt het bestuur van de teken school een brief van het stadsbestuur met het verzoek eens na te gaan of voortzetting van de huidige vorm van tekenonderwijs nog wel zinvol is. Bovendien wil men onderzocht hebben of het mogelijk is een cursus rechtlijnig tekenen voor aanstaande ambachtslieden aan te bieden. De redenen zijn van financiële aard: de gemeente wil naar een minder kostbare vorm van tekenonderwijs; en van onder wijskundige aard: gewijzigde opvattingen over onderwijs. Er wordt een commissie (alweer) in het leven geroepen, die een en ander gaat onderzoeken. Tijdens de raadsvergadering van 16 sep tember 1852 ligt er een praktisch voorstel van de commissie: Er komt een avondklas, waar gedurende de wintermaanden drie maal per week les wordt gegeven in het 'regtlijnig teekenen en het ontwerpen van plannen voor wooningen', met daarnaast reken- en meetkundelessen. De onderwijzer Van der Hiele zou deze les sen kunnen geven tegen een wedde van 150,- 'sjaars. De raad gaat accoord en aldus geschiedt. Na de cursus 1852/1853 sluit de stadste kenschool voorgoed haar deuren.11' De avondtekencursus begint in oktober 1853. In 1864 wordt dit overgenomen door de Burgeravondschool, verbonden aan de Goese Hogere Burgerschool.12' Noten: 1. Encyclopedie van Zeeland, deel 3, pag. 160/161. 2. Archief "Teekencollegie" Goes. 3. Notulen Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, nr. 1. 4. Archief tekenschool 't Nut, Reglement, nr. 69. 5. Notulen 't Nut en tekenschool 't Nut, nr. 1 en 68. 6. Notulen Stad Goes, nr. 64. 7. Notulen Stad Goes, nr. 64. 8. Nagtglas, F., Levensberichten van Zeeuwen, deel 3, blz. 28/29. 9. Encyclopedie van Zeeland, deel 1, blz. 17. 10. Moerland, L.J., De mooiste veren van de Gans, inlei ding. 11. Notulen Gemeente Goes, nr. 1. 12. Boogaard, J., Het ligchaam staat regtop, blz. 23/25. In Jaarboek Heemk. Kring, nr. 20. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2001 | | pagina 8