Afb. 5. De hofstede Geerhoek in het gehucht Eversdijk, omstreeks 1950.
Duine heeft Meijaard ongetwijfeld aan het
denken gezet. Het is immers zo dat hij Jan
van Duine ook is opgevolgd als dijkgraaf
van de Willem Annapolder, toen deze om
gezondheidsredenen tegen 1 januari 1872
zijn ontslag als zodanig indiende.8
Waarom zou hij dan geen burgemeester
kunnen worden? Een mooie gelegenheid
om het machtscentrum in de gemeentelijke
politiek wat meer richting Biezelinge-
Eversdijk te verschuiven. Maar wat is de
beste methode om dit doel te bereiken, een
gewone sollicitatiebrief of een minder
gebruikelijk middel? Hij kiest voor het
laatste.
Een rekest aan de commissaris
Het aan 'den Commissaris des Konings in
de Provincie Zeeland' gerichte rekest, geda
teerd december 1872, is in een keurig
handschrift geschreven. Het is onderte
kend door 28 personen, 'allen woonachtig
en bezitters van eigendommen in de
gemeente Kapelle'. Op een enkele uitzonde
ring na zijn het landbouwers van Bieze-
linge en Eversdijk. Zij pleiten voor het
benoemen van een burgemeester 'die met
den bijzonderen en eigenaardigen toestand
der gemeente wel bekend is, en die daarbij
blijken heeft gegeven, dat hij hare belangen
kan en wil behartigen'. Adriaan Meijaard is
de persoon die de ondertekenaren daarom
in de 'bijzondere aandacht en vermogenden
invloed' van de Commissaris des Konings
aanbevelen.
Mr. Van der Bilt schrijft er over: 'Naar ik
vernomen heb is het U H.Ed.G. toegezonden
adres om zijne kandidatuur te ondersteu
nen grotendeels aan eigen invloed toe te
schrijven.' Hij beschrijft Meijaard als een
man 'van weinig administratieve bekwaam
heid'. Van een benoeming van A. Meijaard
of van de in Kapelle wonende landbouwer
A. Nijssen is te verwachten, zo redeneert
16