Ill wordt wel verzonden. Het zijn vrijwel
dezelfde ondertekenaars als op het aan de
commissaris gezonden rekest.
Mr. Van der Bilt is er laconiek over. In zijn
aanvullende brief aan de commissaris
lezen wij'Naar het mij voorkomt schijnt
aan dit adres niet meer waarde te hechten
als aan het vorige, ik blijf dus volharden bij
mijne meening...'.
De rol van mr. J.C.R. van der Bilt
Mr. Jan Cornelis Reinier van der Bilt was
niet de eerste de beste. Op 1 mei 1817 was
hij op huize Bruëlis in Kapelle geboren.
Evenals zijn vader en grootvader had hij
een lange staat van dienst in het plaatse
lijke en provinciale bestuur. Al vanaf 1851
was hij lid van Gedeputeerde Staten van
Zeeland en als zodanig gepokt en gemazeld
in het adviseren van de Commissaris des
Konings waar het ging over de inrichting
van het bestuur, het voordragen van kandi
daten voor openbare functies en het oplos
sen van problemen in de dorpen op Zuid-
Beveland.
In dit geval kwam daar bij dat Kapelle een
bijzondere plaats innam. Zijn oudere broer,
mr. Boudewijn Verselewel van der Bilt,
kantonrechter te Goes, bewoonde er de bui
tenplaats Jagtlust. In Kapelle was mr.
B.V.van der Bilt sedert 1846 lid van de
gemeenteraad. Ook zijn zwager, mr. Jacob
van der Mandere, woonde al vele jaren in
Kapelle. Geruime tijd had deze de functie
van secretaris/ontvanger van de gemeente
vervuld.
En dan de familierelatie. De echtgenotes
van Jan C.R. en Boudewijn V. van der Bilt
waren zusters; respectievelijk Jacoba C. en
Maria C.W. van der Mandere, op hun beurt
zusters van mr. Jacob van der Mandere.
Eén van de sollicitanten voor de burge
meestersfunctie was de oudste zoon van
mr. Jacob van der Mandere, de op 29
december 1844 te Kapelle geboren Paulus
Johan van der Mandere.10 Toen in 1868
mr. Jacob van der Mandere wegens 'voort
durende ligchamelijke ongeschiktheid' zijn
functies van secretaris/ontvanger van de
gemeente, penningmeester van de armbe
sturen van Kapelle en Biezelinge-Eversdijk
en rentmeester van de kerkemiddelen van
Afb. 7. Paulus Johan van der Mandere,
burgemeester van Kapelle van 1873 tot
1919. (GA Kapelle).
Eversdijk, ter beschikking stelde, werd
Paulus Johan met algemene stemmen als
zijn opvolger benoemd.
Paulus Johan was in feite een buitenbeen
tje in de familie. Tegen de familietraditie
in had hij geen universitaire studie
gevolgd. Mr. J.C.R. van der Bilt schreef in
zijn advies aan de Commissaris des
Konings over hem: 'Den Heer van der Man
dere zou ik wat meer voortvarendheid toe-
wenschen.' Ongetwijfeld zal dit uiterst
behoedzaam uitgedrukt zijn.
Mr. Van der Bilt had er in ieder geval ruim
de tijd voor genomen. 'Door mijn verblijf
dezer dagen te Kapelle ben ik in de gelegen
heid geweest van nabij te vernemen wat in
de gemeente zooal betrekkelijk de te vervul
len vacature is verhandeld.' Zijn brieven
van 15 en 17 december 1872 aan de com
missaris verstuurde hij vanuit Kapelle,
waar de dagen voor een belangrijk deel met
18