Een dubbele moord in Hoedekenskerke
J.H. Midavaine
In een kleine bouwvallige woning met een
schuur en een stukje land in Hoedekens
kerke woonden in 1840 de 74-jarige land
bouwer Balten Zuidwegt en zijn 72-jarige
zuster Janna.1 Twee maal in de week
kwam de werkster om hen te helpen bij het
dagelijkse werk. In de vroege morgen van
de 24e december 1840 ging ze weer op pad
naar het huisje aan de rand van het dorp.
Toen ze daar aankwam, zag ze, dat de blin
den2 nog gesloten waren en ze veronder
stelde dat de twee oudjes de dag voor kerst
zeker wilden uitslapen, waarop ze rechts
omkeert maakte en terug naar huis liep.
Even later kwam Aarnout Lookman uit
Hoedekenskerke, die gewoon was hier om
melk te gaan. Ook hij zag dat de blinden
nog dicht waren, maar in de hoop dat de
twee al op zouden zijn, voelde hij aan de
deur en toen hij bemerkte, dat deze niet
vergrendeld was, ging hij naar binnen. Wat
hij daar aantrof, is met geen pen te
beschrijven. Achter de deur lag in een grote
plas bloed het lichaam van Balten Zuid
wegt. Geschrokken door deze gruwelijke
ontdekking deed Aarnout de deur weer
snel achter zich dicht en zo vlug als zijn
benen hem dragen konden rende hij terug
naar het dorp.
Onderweg ontmoette hij een herder, tegen
wie hij zijn ontdekking vertelde. Samen
met hem keerde hij terug naar de plek des
Aanlrgsfcigor
XicVit .4
iVKSTKIl STItlül'E
Wlil'hllTf;
OOSTBH SrillKPK
ftd N°18
Afb. 1. De plaats des onheils (woning en schuur van Balten Zuidwegt aan de Waanweg) aan
gegeven op een kaart uit de Historische Atlas Zeeland uit 1913. (Gemeentearchief Goes).
22