onheils en nadat ook de herder had gezien wat er zich hier had afgespeeld, raadde hij Aarnout aan om zo snel mogelijk naar de burgemeester of de veldwachter te gaan om te vertellen wat er gebeurd was. Nadat ook de burgemeester en de veld wachter een bezoek aan het woninkje had den gebracht, werd op last van het gemeen tebestuur de deur verzegeld en werden de gerechtsdienaren in Goes van de gruwe lijke moord op de hoogte gesteld.3 De toestand in het huisje Enkele leden van de arrondissementsrecht bank uit Goes begaven zich nog diezelfde middag naar de plaats des onheils. Achter de voordeur vond men Balten Zuidwegt. Hij lag daar uitgestrekt op de grond met een omgekeerde waterketel op zijn mond gedrukt en een paar flinke verwondingen aan zijn hoofd. In hetzelfde voorhuis vond men een vrouwenmuts met een ingetrapt hoofdijzer, afkomstig van zijn zuster. In het woonvertrek erachter ontdekten ze het lijk van Janna. Ze zat op een stoel in een hoek van de kamer, naast een bedstede, waarin ze waarschijnlijk voor haar belager had willen vluchten. Haar hoofd was ach terover gebogen en nauwelijks kenbaar door het bloed, dat uit de wonden was gevloeid. Ze had zich dicht aan de muur geklemd en waarschijnlijk geen kracht of gelegenheid gehad om te ontwijken of ze was misschien reeds door de eerste slag bedwelmd geraakt. Uit de krampachtige toestand waarin haar ledematen zich bevonden concludeerde men dat zij een bange doodstrijd moest hebben gehad. De kous van haar linker been had ze waarschijnlijk met de rechter voet afgetrapt. Haar grijze haren hingen verwilderd over haar gezicht en haar ene arm hing langs het lichaam uitgestrekt en de andere rustte op de mat van de stoel die naast haar stond. Alle voorwerpen rondom haar waren met bloed bespat. Uit het feit dat het reservoir van de olielamp, die op tafel stond, geheel leeg was, kon men opmaken, dat deze tijdens de moord gebrand had. De klerenkast en de spinde waren doorzocht, maar de gouden en zilve ren sieraden, die de slachtoffers aan had den, waren niet gestolen.4 Een bijzonder horloge Het werd voor de gerechtsdienaren een moeilijke klus om uit te zoeken wat er ver mist werd, omdat er maar weining mensen bij de oudjes over de vloer kwamen. Uitein delijk kwam men op aanwijzingen van de werkster erachter dat het zakhorloge van Balten verdwenen was. Het ging om een zakhorloge met een paar bijzondere ken merken. Het was van Engelse makelij en mistte een fabricagenummer, wat onge bruikelijk was. Bovendien had het een ien zulks zou run, naar Ba- Je kracht laario be- het tos waarmede men nam Ijing der het ulti. die door Kamers ceire ca ir aren nn een i vijf en ieke be injerdj Oporto last ge troepen Goeiden 18 December. De Gemeente Hoedekenskerke «ras het tooneel eener ijzingwekkende Bisdasd; daarin den nacht van 23 op 24 Decemb.-r jl. eene Moord werd gepleegd san de Personen vao B.tUen Zuidwegt Landbouwer el Uirood 34 fa- ren, en zt|ne Zuster Janna Zuidwegtoud 62 jtren, welke lieden op eenigeo alstand van her Dorp, tezamen, zonder verdere hoisgenooten eenzaam op een Hoefje woonden, Dei morgens van den 24 werden deze beiden dood In h?z woonvertrek gevonden eerstgenoemde liggeode achter over op den grondde andere in eeneo hoek bij de bedstede op eene stoelhunoe bootden ten eeoeo male door het toebrengen na slagen en wonden verbrijzeld schier oikenbaar en geheel zwem mende in hon bloed Naar het blijkt hebben deooverliten reedt in deo vooravond honne aiagtoBVra overvallen al zoo dezen mg gebed gekleed gevooden zijn: «Hes moet bet werk nn weinige oogenblikken geweest zgn, en er geen tegenweer hebben plaats gehad, alzoo in het bekrompen woonvtnrevje al het hoisrud onaangeroerd was en alleen oit de kleerkast de goederen door el- kandereo verward, en op deo grond verspreid lagin. Voor de meoscheliikheld ia b;t hopendat de pogingen der joetiiie tot het ontdekken der dader» »an dit gruwelfeit door de wijze en wakrede Voorzienigheid act eenen guutigeo uitslag mot gen bekroond worden. Afb. 2. Bericht in de Goessche Courant van 29-12-1840 waarin melding wordt gemaakt van de dubbele moord in Hoedekenskerke. Gemeentearchief Goes). 23

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2001 | | pagina 25