komst van hun werknemers, dan hun
soberheid, hun wil om hard te werken en
hun lichamelijke kracht. Daardoor missen
wij de bronnen die ons kunnen inlichten
over de eerste bewoners van Calishoeck.
Toch moet dit een redelijk groot aantal zijn
geweest. Het bedijkingswerk van de Polder
van Borssele bestond in eerste instantie uit
de aanleg van de dijken, dat in 103 porties
werd uitbesteed. Daarna moesten er sloten
gedolven en dammen aangelegd worden.
We hebben geen informatie over het aantal
arbeiders dat de aannemer dagelijks nodig
had, maar zelfs al waren dit er slechts twee
of drie, dan moeten er, behalve de aanne
mers zelf, toch zeker een paar honderd per
sonen in hutten en tenten gewoond hebben.
Als zich hieronder emigranten uit het zui
den bevonden, zullen deze waarschijnlijk
hun vrouw en kinderen meegebracht heb
ben. Als vluchtelingen die hun hele hebben
en houwen hadden moeten achterlaten
moeten zij arm geweest zijn. Alhoewel dit
allemaal zuivere speculatie is, levert een
post in de rekeningen van het archief van
de Polder van Borssele,31» een gegeven dat
niet in strijd is met het voorgaande. Er
staat:
'Op den 21en december 1628 was aende
lande van Borsselen gedreven een goede
partij opgespoelt sinckrijs omtrent de Creke
van Tevick meest aen de achter caeden, soo
dat het vele is wechgehaelt bij de Arme
menschen wonende in Calishouck, behalven
tgunt dat omtrent de houve van dhr. Bor-
gemr. van der Nisse is gecomen, dat ver-
cocht is aen Jan Schaepers om 20 Sch.d.'
Wie waren die "arme mensen in Calis
hoeck" Gingen zij naar de kerk en waar?
Zijn er in de eerste jaren van het bestaan
van de nederzetting kinderen gedoopt? Zijn
er mensen begraven? Kregen de armen
ondersteuning van de diaconie? Alleen dan
is er kans dat hun namen ergens geregis
treerd staan, bijv. in bronnen uit de periode
van omstreeks 1620-1640, de eerste twintig
jaar van het bestaan van de nederzetting.
Die zijn nauwelijks aanwezig. De archieven
van de kerk en het gerecht van 's Heeren-
hoek gaan niet ver genoeg terug, omdat de
kerk ruim 35 jaar na de eerste bewoning
gesticht is en het gerecht pas in het laatste
kwartaal van de 17de eeuw losgemaakt
werd van dat van Heinkenszand. Van de
omliggende plaatsen, zoals Heinkenszand,
Borssele en 's Heer-Arendskerke, zijn
alleen van de hervormde gemeente van
Borssele de kerkeraadsnotulen uit die
periode bewaard gebleven en daarin wor
den Calishoeck en zijn bewoners niet ver
meld. Pas toen het na 1650 vaak voorkwam
dat bewoners van Borssele op Zondag naar
Calishoeck 'te biere' gingen en voor deze
'misdaad' door de kerkeraad op het matje
geroepen werden, komen we Calishoeck
regelmatig in de notulen tegen. Maar toen
bestond de nederzetting al dertig jaar.
Omdat het gebied van Calishoeck onder de
parochie van Heinkenszand ressorteerde
zou dit de aangewezen plaats zijn. Helaas
waren de vroeg 17e eeuwse doop- en trouw
boeken van Heinkenszand al vöör 1940 niet
meer aanwezig. Het trouwboek van de her
vormde kerk van 's Heer-Arendskerke
levert geen gegevens op over personen uit
de Calishoeck, terwijl de doopboeken een
hiaat vertonen tussen 1606 en 1666. Van
de hervormde gemeente van Borssele zijn
in 1940 alle doop- en trouwboeken ver
brand. Er is wel een 19e eeuwse index op
de doopboeken bewaard gebleven, die voor
ons onderzoek ongeschikt is omdat deze
alleen de namen van de gedoopte kinderen
en de doopdatum vermeldt. Vrijwel de
enige bron die nog overblijft is het rechter
lijk archief van Heinkenszand. Inderdaad
zijn hierin enkele vroege vermeldingen te
vinden, voornamelijk van Calishoeckers die
wegens achterstallige schulden voor het
gerecht gedaagd werden.
Toch een bewijsstukje?
Het schepenarchief van Heinkenszand
levert het eerste bewijs dat in Calishoeck
in 1633 Vlamingen gewoond hebben.32» We
lezen:
'Compareren voor Schouijt en schepenen
deser parochie Cornelis Mateert en Jan
Blondeel, beijde Vlamingen, resijderende in
Calens Houck, de welcke hebben beijde
versocht attestatie van den tijt dat sij hier
hebben gewoont, oversulcxs is haer beijde
gegeven attestatie dat sij hier eenige maen-
37