Afb. 4. De toren van Wissekerke (Zuid-Beve
land). Foto uit 1872. (Uit: C. de Ruiter:
's-Heer Arendskerke en 's-Heer Hendriks
kinderen in oude ansichten).
aangezien. Dat klopt dus niet. Waarschijn
lijk zijn de beide reizigers niet eens op
Noord-Beveland geweest, want verder
komt het eiland in hun reisverslag nergens
meer voor.
Maar ook Wissekerke op Zuid-Beveland
kan het niet zijn, want van die toren was
in 1872, toen De Coster en Dillens hun reis
maakten, alleen nog een bouwvallige ruïne
over. Wellicht hebben zij die ook niet eens
meer gezien, want deze werd in datzelfde
jaar afgebroken.
Welk dorp is dan wèl afgebeeld? Voor de
afgebeelde toren komen er drie in aanmer
king: Nisse, 's-Heer-Abtskerke en 's-Heer-
Arendskerke. Deze lijken inderdaad vrij
veel op elkaar en hebben alle drie twee
galmgaten aan elke zijde van de bovenste
geleding. De kerken van Nisse en 's-Heer-
Abtskerke hebben echter zijkapellen en
een koor, en Nisse heeft bovendien het
karakteristieke traptorentje. Op de gra
vure is daar niets van te zien. De kerk lijkt
alleen een eenbeukig schip te hebben, en
dat wijst op 's-Heer-Arendskerke. De toren
spits is dan wel te hoog afgebeeld.
Blijft nu nog de vraag wat de afgebeelde
waterplas voorstelt. Zo'n plas is er inder
daad bij 's-Heer-Arendskerke geweest. Aan
de Noordwestzijde van het dorp, tegen de
dijk aan, lag een moerassig gebied, 'De Dee'
genaamd, dat 's winters geheel onder water
stond en als ijsbaan werd gebruikt. Gezien
de ligging in een bocht van de dijk is het
mogelijk dat hier sprake was van een weel.
Op de oudste topografische kaarten is te
zien dat deze put een doorsnede van zo'n
honderd meter moet hebben gehad. Dat
lijkt dus aardig te kloppen. We moeten er
daarbij rekening mee houden dat de
oorspronkelijke tekening bij het graveren
in spiegelbeeld is afgedrukt; het schip van
de kerk hoort dus links van de toren te zit
ten. Ook bij de afbeelding van Kapelle op
dezelfde bladzijde is dit gebeurd.
Afb. 5. 's-Heer Arendskerke niet Wisse
kerke) en Kapelle (allebei in spiegelbeeld).
Gravures naar Alfons Dillens. (Uit: Ch. De
Coster: Zeeland door de bril van 1873).
5