betoog 'doorslaande blijken van sijn
onschult en deerniswaardige toestant te
hebbe gegeven, daar den ondergeschr.
anders reeden vind sig over soo een onge
hoorde resolutie te beklagen'.
Een uiterst gewaagde, zo niet brutale
manier om de classis te benaderen. Er is
immers geen verdere beroepsmogelijkheid
bij een hogere instantie. Het is waarschijn
lijk een poging om hiermede zijn collegae
predikanten als het ware te dwingen om de
resolutie van 8 mei, waarmee hij geschorst
werd, te herroepen. Maar dominee Cunel
weet de classis niet te overtuigen van zijn
onschuld. Integendeel, de schorsing blijft
voor onbepaalde tijd van kracht.
Het vervolg
Het relaas dat dominee Cunel voor de ver
gadering van de classis op 5 juni had opge
steld, gaat in kopie naar de kerkenraad.
Deze reageert op 10 juli met een zakelijke
recapitulatie van de punten die al eerder
naar voren zijn gekomen. De kerkenraads
leden noemen het stuk van de predikant
een 'wijtloopig en ten deele voor ons onver-
staenbaar geschrift'. Geen wonder dat ze er
nauwelijks raad mee weten, want het is
doorspekt met een groot aantal in het
Latijn gestelde zinsneden en uitdrukkin
gen. Berustend zeggen ze: ...'gevende sulke
en andere stucken eens over aen het wijs
ende verstandig oordeel van UE.Eerwaarde
vergaderinge.
Het geval Oudelande dreigt voor de classis
een slepende kwestie te worden. Voor de
vergadering van 7 augustus wordt het punt
opnieuw op de agenda geplaatst. Ook nu
slaagt dominee Cunel er in om een lijvig
stuk te produceren en bij de classis te depo
neren. Hij begint zijn epistel als volgt: 'Bat
men aan 't staaltje 't laaken kent, is niet
alleen een oud en waar spreekwoord, maar
sal in 't geval voorhanden in alle deelen
bevestigt worden'. De kerkenraad en alle
anderen die verklaringen tegen hem heb
ben afgelegd, worden nog maar eens in een
kwaad daglicht gesteld. De classis komt er
niet uit. Opnieuw krijgen de gedeputeer
den Lopsse en Buijt de opdracht om alle
verklaringen te bestuderen en op hun
waarheidsgehalte te toetsen en zich vervol
gens in Oudelande van de stand van zaken
op de hoogte te stellen.
Het duurt tot 6 september voordat de gede
puteerden alle op de zaak betrekking heb
bende stukken in handen hebben. Op don
derdag 13 september begeven zij zich naar
Oudelande, maar toen wierde ons een
nieuwe klacht gedaan wegens het onstigte-
lijk gedrag van Ds.Cunel, die volgens een
overhandigt getuigenis van twee menschen,
in zekeren avontstont zig ergerlijk gedragen
hadde door een driftig naloopen en schel
den van jongens, die eens op de vingers
hadden gefluit.'
Graag hadden ze de predikant er over
gesproken, maar die is niet thuis. Om
gewichtige redenen het land uit, zoals zijn
vrouw zegt. De gedeputeerden kunnen niet
anders doen dan een afschrift van de belas
tende verklaring afgeven aan mevrouw
Cunel met het verzoek om haar echtgenoot
zo snel mogelijk te laten reageren.
Als de gedeputeerden in de vergadering
van de classis op 25 september verslag uit
brengen van hun bevindingen - met daar
aan gekoppeld een verzoek om nadere
orders - is er nog geen reactie van dominee
Cunel ontvangen. Waarschijnlijk is hij nog
steeds niet thuis gekomen. De gedeputeer
den keren huiswaarts met de opdracht om
de classis een preadvies voor te leggen.
Het doek valt
Het is een zware en verantwoordelijke taak
die in dit stadium op de schouders van de
gedeputeerden rust. Aan de ene kant is er
het belang van het voortbestaan en het
goed functioneren van de kerkelijke
gemeente. Daartegenover staat de persoon
van de jonge collega predikant, die nog
maar een paar jaar geleden in de classis is
verwelkomd en wiens toekomst in belang
rijke mate afhankelijk is van de beslissing
die genomen moet worden. In een derge
lijke beslissing speelt het preadvies van de
gedeputeerden vaak een doorslaggevende
rol. Uiteraard zijn de ervaren predikanten
Lopsse en Buijt zich ten volle bewust van
de ernst van de situatie.
Dinsdag 30 oktober 1742 is de datum dat
de Classis van Zuid-Beveland opnieuw in
vergadering bijeen is. Dominee Cunel van
14