Een vrouw in 1688 die haar man 'trouweloos' verliet W.P. den Toom Je ziet in gedachten de kop al staan in een krant van 2002. Een dergelijk bericht zal echter de voorpagina van de krant niet meer halen. Een scheiding tussen man en vrouw is heden ten dage aan de orde van de dag. Misschien dat dit nog wordt ver meld in een klein berichtje op een pagina met wat plaatselijk nieuws. In het verleden was zo'n gebeurtenis een ernstig vergrijp. En als men als helper bij een dergelijke misdaad werd gesnapt, was men nog niet jarig. De rol van criminele zaken van het gerecht Goes verhaalt in 1688 van een rechtszaak waarbij sprake was van moedwillige verlating. Anthonij Rijffelaer en zijn huisvrouw zijn in dat jaar allebei opgesloten in de stadsge vangenis van Goes. Zij zijn aangeklaagd omdat ze hebben samengespannen met de huisvrouw van Andries Selmeijn om deze laatste uit de stad en de provincie te hel pen vluchten. Wat de precieze reden van het misdrijf is wordt niet vermeld. Wel is duidelijk dat de vlucht goed is voorbereid. Er is een afspraak gemaakt met een beurt schipper die op het gebied buiten de Repu bliek vaart. In het verslag wordt gesproken over het begeleiden tot op 'paapsen bodem'. En dit is niet het enige. De vrouw van Andries wilde met haar vertrek haar drie kinderen, geld en meubels in veiligheid brengen. Deze in het oog lopende verhui zing bleef echter niet onopgemerkt. Een zekere Pieter Anthonisse ontdekte deze verhuizing en ook de ingeslotenen beken den schuld. Omdat Andries is beroofd van vrouw, kinderen en middelen moeten Anthonij en zijn huisvrouw worden gestraft. De straf is niet mis. Zij worden gegeseld, verbannen uit de provincies Hol land, Zeeland en West-Friesland en hun goederen worden geconfïsceerd. Wie spreekt er over 'de goede oude tijd'? Wie memoreert dat 'de Heren van Goes zo zacht als appelmoes' waren? Laten we blij zijn dat we in 2002 leven en niet in 1688. Bron: RAZE 1574, folio 126. Afb.l. De stads gevangenis in Goes, (collectie Gemeente archief Goes) 17

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2002 | | pagina 19