Vliedbergen in de ambachtsheerlijkheid van Kloetinge (deel III) Het bergje in De Groe, eens een rustpunt bij een oude herberg, nu rustig gelegen tussen het fruit naast 's-Gravenpoldersweg 124, Goes Dicky de Koning-Kastelijn (Deel I en II treft u aan in de Spuije aflevering 51 en 53) Inleiding Het gehucht De Groe, ook wel St. Maarten in de Groe genoemd, lag eeuwenlang op een belangrijke kruising van een aantal doorgaande routes. Vanuit Goes naar het zuiden gaande passeerde men deze drie sprong om naar de dorpen in de Poel en de eilanden en polders ten zuiden van de Zwake te gaan. Aan de westzijde van het gehucht liep heel grillig de gemeentegrens tussen Kloetinge, 's-Heer Abtskerke en Goes. De Groe is door zijn gunstige ligging al in de lle-12e eeuw door mensen uitgekozen als een ideale woonplek. Vervoer was mogelijk over de slingerende wegen op de kreekrug en via het water van de kreken en watergangen. De dichtbij gelegen Vorsvliet, de Smal- legange, de Wrange en later de schuitvaart waren gedurende lange tijd goed bevaarbaar. De zavelgrond van de kreekruggen, in en rond de kern van De Groe was uit stekend geschikt voor land bouw en fruitteelt. Dit is terug te vinden in vele bewaard gebleven archief stukken. De kern van De Groe is altijd klein geble ven, een vliedberg, een kapel, een gering aantal huizen, boerderijen en één, soms twee cafe's dichtbij de genoemde drie sprong. Etymologisch betekent de naam De Groe, De Groede en ook Groda een begroeide aanwas. Hier wellicht ontstaan in de Vors vliet. Deze restkreek liep over 's-Heer Abts- kerke's grondgebied westelijk langs De Groe naar de Voorstad in Goes. De aanleg van het rechte zuidelijk deel van de 's-Gra- venpolderseweg vanaf het Pykeswegje tot aan de Zaaidijk bij 's-Gravenpolder moeten we zoeken tussen 1650 en 1657. Vanaf dat laatste jaar vermeldt men in de overlopers Afb.l. Rustendale en Vliedberg op de kaart van L. Paardekoper 1835 GA Goes). 21

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2002 | | pagina 23