landman wonende te Borssele, voor Notaris Jan Noortdijck een verklaring afleggen dat zij erbij geweest waren toen van Boven gezegd had: 'lek ben de man die U aen Uwe penningen helpen zal'.40» De zaak is kenne lijk doodgebloed, want er is niets dat er op wijst dat Calishoeck, tien jaar vöör de stichting van de kerk al een schoolmeester had. Verstappen schijnt niet in Calishoeck gewoond te hebben. Vanaf 1626 is de ontwikkeling van het dorp redelijk goed te volgen in de schepe- naktenboeken van Heinkenszand, waarin de hypotheken en overdrachten van huizen geregistreerd staan. In of kort voor januari 1626 liet Balten Jansz, een huis bouwen door Jan Jansz Noorweghe uit Goes. Als garantie stelde hij 'sijn huijs met sijn ver- volch staende in calishouck op heeren vroone'. Jan Noorweghe was een welbekend timmerman, die ook in het pas gestichte Monster (Borssele) huizen gebouwd heeft. Dit huis stond toen geheel op zichzelf met aan de oostzijde de weg, zuid en noord de ambachtsheerlijke vronen en west de ambachtsheerlijke blikken onbegroeide, maar wel droogliggende grond. Hij was mogelijk identiek aan Balten Cort Jan, die elders in het schepenregister vermeld is. Sedert 1618 schijnt hij in de Nieuwe Kraai- ertpolder gewoond te hebben. In 1632 was hij aannemer van mat- en kramwerk en het maken van een duikeldam in de polder van Borssele. Aangenomen dat Balten Jansz zelf in zijn nieuwgebouwde huis gewoond heeft, had hij tot medebewoners de volgende personen, die dus allen tot de eerste bewoners en huizenbezitters van Calishoeck gerekend moeten worden: Jan Franssen, die getrouwd was met een zekere Brechtgen staat reeds in 1617 geboekt als aannemer van het maken van een haagkade aan de zuidzijde van de kreek van Tevick en het graven van sloten en van 1620 tot 1623 als pachter van het visrecht in de kreek van Weele en kort daarna als Jan Franssen in Calishouck. Tussen 1625 en 1632 werd hij enige malen gedagvaard wegens achterstallige parochieaccijns. Mogelijk was de in 1638 vermelde Frans Jans zijn zoon. Marinis Pietersz Iserel (of Israël) die waard in de herberg 'de Swane' geweest is, werd evenals Jan Franssen in 1625 gedag vaard wegens onbetaalde parochieaccijns. Daarna vinden we hem in 1631 vermeld als huiseigenaar, in 1632 als aannemer van dijkwerk in de polder van Borssele. Het jaar daarop werd hij samen met Adriaan de Smit, Jan Cornelissen Wiel, Jan Claes- sen Spellemaker, de Vlaminck en Lin- dert Arentsen, allen wonende in 'Calshoek', beboet door de superintendant van Zuid Beveland, omdat hij niet op de wacht ver schenen was.41) Zijn zoon Joos Marinissen Yserel, waard in de Witte Swaen op Calis hoeck, liet in 1636 een schuur bouwen door Lucas Hermansen, timmerman uit Bors sele 'aen desselfs huijs op 't waeter van 't heynkensantsse gadt inde nieuwe craey- ert'. In 1647 was hij aannemer van dijk werk en het maken van een duikeldam in de polder van Borssele. Bastiaen Bouwens heeft in 1627 een huis in Calishoeck gekocht van Geert Pierssen. Ook hij was aannemer van dijkwerk in de polder van Borssele. Hij overleed vöör 1641. Van Jan Andriesz die in 1627 vermeld werd en vöör 1633 is overleden is verder niets bekend. Jan Claess Spellemaecker komen we voor het eerst tegen in 1627 als gedaagde in ver band met de koop van een koe. Het is niet zeker dat hij toen al in Calishoeck woonde. In 1632 was hij aannemer van dijkwerk in de polder van Borssele. Ook hij werd door de superintedant van Zuid Beveland beboet omdat hij op 6.7.1633 niet op de wacht ver schenen was.41' Zijn zoon Marinus Jansen Spellemaker is later schout van 's Heeren- hoek geworden. Leendert de Schotter schijnt ook reeds in 1627 te Calishoeck gewoond te hebben. In dat jaar werd hij voor het gerecht gedaagd door Balten Janss. De herbergier Marinis Cornelisz Nullis woonde ook in 1627 in Calishoeck. Hij was getrouwd met Neelken Barents. Zijn broer Jan Cornelisz Nullis liet in 1636 een huis bouwen in het Steene Slop te Heinkens zand. In 1640 werden de gemoederen in Calishoeck in beweging gebracht toen hij in een vechtpartij met zekere Jan Heijndrixen neergestoken werd en kort daarna over- 37

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2002 | | pagina 39