Reacties van lezers geld over de maand februari van dit jaar had betaald en dus voor ons niet langer bezwaar tegen de toelating bestond. De belanghebbende is dan ook terstond met dat besluit in kennis gesteld.' De strijd was gestreden. De gemeente had gewonnen, de vordering van 0,60 was vereffend en vanuit Middelburg waren nu geen verdere maatregelen te verwachten. Wat naar de mening van het college van burgemeester en wethouders het belang rijkste was: er was geen gezichtsverlies geleden. Vanaf december 1879 bezocht Adriana Boogert gratis de school in Kapelle en niet zoals voorheen in Biezelinge. Waarom Leendert Boogert niet terug op school kwam weten we niet. In mei 1880 vertrok Dirk Boogert met zijn gezin naar Baarland. Zijn verblijf van enkele jaren in de gemeente Kapelle was waarschijnlijk geen onverdeeld genoegen geweest. Bron: Gemeentearchief Kapelle, inv.nrs. 37,120a en b, 121. Noten: 1) De gemeente stelde het schoolgeld vast. Voor één kind uit een gezin was het 0,60 per maand, voor twee kin deren 1,- en voor drie of meer kinderen 1,20. Onvermogenden kregen, als ze daarom verzochten, vrijstelling van de betaling van schoolgeld. De gemeente was trouwens wettelijk verplicht voor deze kinderen gratis lager onderwijs te verzorgen. 2) Vanaf de leeftijd van vijfjaar werden kinderen op de school toegelaten, soms zelfs al enkele maanden eerder. 3) Uit de brief van het college van burgemeester en wet houders aan de Commissaris des Konings van 22 augustus 1879. Wij zijn blij met reacties van onze lezers. Hieronder volgen er nog enige: Willem Cunel, predikant te Oudelande Het artikel in de Spuije aflevering 55 (pag. 16) had in zoverre een onbevredigend einde dat we geen informatie hadden over het vervolg na 2 november 1742. De heer J.J. Mol te Kapelle wees ons in dit verband op het bestaan van het 'Schrijf boek van de Predikanten bij de Hervormde Gemeente te Oudelande' (1873) van de hand van Adriaan Vaar. Aan de hand hier van is na te gaan dat Willem Cunel in de vergadering van de Classis van Zuid-Beve land te Goes op 10 november 1744 wederom - al was het dan ook 'onder seer ernstige vermaningen' - tot de predikdienst werd toegelaten. Dit was aan het eind van de termijn van twee jaar, waarvoor hij uit het ambt was ontzet. Hij was hiervoor per soonlijk voor de classis verschenen. Domi nee Cunel woonde in 's-Heer Hendrikskin deren, naar we kunnen aannemen samen met zijn echtgenote. Na de hiervoor vastge stelde termijn van een jaar was hij ook reeds opnieuw tot het gebruik van het Hei lig Avondmaal toegelaten. Hieruit is op te maken dat in deze periode zijn gedrag aan de gestelde eisen voldeed. Ook volgens de door Adriaan Vaar vastge legde gegevens zou hij in 1752 voorgeko men zijn als predikant te Veere, echter niet in een vaste bediening. Architect Goethals (Spuije 55, pag. 18) De heer Izak Slabbekoorn uit Biezelinge (Eversdijk), een nauwkeurig lezer van de Spuije, maakte een opmerking over de villa in de Biezelingsestraat, villa Annie, later Huize Sonnevanck. Na notaris Liebert, werd vanaf 1918 de villa bewoond door de commissionair J.C. Pilaar met zijn gezin, die er de naam Huize Sonnevanck aan gaf. In 1933 werd het inderdaad het dokters huis van dokter Pfeiffer, die vanaf het Kerkplein er kwam. De opmerking van de heer Slabbekoorn, dat de naam Huize Sonnevanck van J.C. Pilaar afkomstig is, is inderdaad juist. Met dank aan de heren Mol en Slabbe koorn voor deze steekhoudende opmerkin gen. De redactie 11

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2002 | | pagina 13