gruwelijke MOORD VA| EEN IIBIPIIAIHMIC»mi, gepleegd in den naTht van 15 op i i Jidï. p c en (1 rj ev.i 'g w ij z Een vreemd geval zal ik u gaan verklaren,. J Wat-of er in Heinkenszand nu is geschiedt Van een moeder nog in de kracht der jaren, I 7-00. i.'en _n:rpede_wU.- Zij luisterde naar geen 'goede reden Als liet wicht haar 'zoo sprak aan, Met een scheermes kwam zij zijn bals afsnijden, ,no« —a 7'0^fJji/':^«!0kj^_a%edaan. 17; j-i fl heve mensehen Jaafc vèêFTninên Vliëtón, Zij leefde dikwijls 111 onaangenaamheden Valt op uw knieën en bidt den Hemel aan, Zij luisterde naar geen goede reden .1 -Ss Hetwelk haar nu gebracht- heeft in "t verdriet.- De wreede vrouw kwam tot haar kind te spreken, Sta op en gaat (och met mij mede Terwijl het wicht nog riep: wel Moelief, Sleurt zij het mee naar 't .geitenhok En heeft het scheermes in zijn hals gestoken, H j sprak nog zijn moeder met zoete woorden aan\ Ik heb u nooit geen kwaad gedaan. Kan deez' tiran haar vleesch en bloed vergieten, Het kind heeft haar nooit kwaad gedaan. 't Wee u, hij had nog lang kunnen leven, - Denk eens wat smart 'hij heeft ondergaan En dan heeft hij ook zijnen geest gegeven, Denk wat droefheid daar is omgegaan, - De moeder heeft haar huis verlaten En is zelf'naar het gerecht gegaan, Met hetzelfde mes is zj daar gekomen Het of daar niets was omgegaan. Ze liebben baar naar Middelburg gedreven En nog veel menschifa achterna En zoude liet kind noj willen roepen in 't leven, Want haar zoon heeft haar nooit kwaad gedaan. Spiegel u mensclien die nog zijn in 't leven Schuw vrij de boosheid en oolc de dartelheid, Het is hetgeen dat ons doet heven Adieu booswicht tyjS an der eeuwigheid. Afb. 1. Knipsel met liedje over de moord. Coll. De heer van den Dries). De voorgeschiedenis Cornelis de Visser was op 16 oktober 1858 in Heinkenszand geboren. Hij was een zoon van Cornelis de Visser en Neeltje Luike naar. In de zomer van 1878 raakte hij ver liefd op de dochter van Cornelis van de Plasse en Jannetje Minnaard uit 's-Heer Arendskerke, die een jaar jonger was als hij. Elk weekend bezocht hij haar en zoals in die tijd gebruikelijk was, vertoefde hij met haar in de bakkeet naast het ouderlijk huis. Wat er hier gebeurde, valt te raden, want na enige maanden moest Catharina vertellen, dat ze van hem in verwachting was en toen begon de narigheid. Cornelis voelde er niets voor om met haar in het huwelijksbootje te stappen. Zo kwam Keesje op 28 mei 1879 ter wereld in de ouderlijke woning van Catharina en haar vader deed ervan aangifte op het gemeente huis van 's-Heer Arendskerke. De kleine werd ingeschreven onder de naam van zijn moeder: Cornelis van de Plasse en zijn roepnaam werd Keesje. Wat er zich nadien heeft afgespeeld is niet meer te achterha len, maar waarschijnlijk gaven Catharina en Cornelis elkaar onder druk van de wederzijdse ouders op 3 oktober 1879 op het gemeentehuis van 's-Heer Arendskerke toch nog het jawoord. Bij deze gelegenheid erkende Cornelis de kleine Keesje als zijn zoon en deze werd vervolgens ingeschreven onder de naam De Visser. Ook in de geboor teakte werd deze wijziging aangebracht. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2002 | | pagina 18