evenals het in 1858 herhaalde verzoek. In
1861 verzocht de molenaar aan de
ambachtsheren het erfpachtsrecht te
mogen afkopen voor het eenmalige bedrag
van fl. 1.800,-. Toen de heren dit voorstel
aannamen, had Pieter gebrek aan geld
waardoor de afkoop niet doorging.
Pieter de Jongh verkocht zijn molen op 27
maart 1862 aan Jacobus Marinus van
Stee, zonder beroep wonende te 's-Heer
Arendskerke, voor de prijs van fl. 7.000,-.
Ook deze molenaar hield het maar één jaar
uit. Al op 28 april 1863 verkocht Jacobus
Van Stee, die gehuwd was met Jacomina
Boonman, de molen voor fl. 7.000,- aan
Jacobus Marinusse Allemekinders,
zonder beroep, wonende te Borssele. Jaco
bus Allemekinders was gehuwd met Pieter-
nella van Stee.
Op 4 maart 1869 kocht Pieter Knuijt 'vroe
ger landbouwer te 's-Heer Arendskerke,
thans molen molenaar te 's-Heerenhoek'
voor fl. 8.000,- de molen van Jacobus Alle
mekinders, die zijn molen toen al aan Pie
ter Knuijt verhuurd had. Pieter Knuijt was
gehuwd met Apollonia Boonman.
Verkoop van het eigendomsrecht in
1872
Na verkoop van het erfpachtsrecht op de
molen door de ambachtsheren in 1774,
moesten de molenaars jaarlijks nog een
bedrag van fl. 126,- betalen. In 1872 ver
kochten de ambachtsheren al hun gemeen
schappelijke bezittingen, waaronder dus
ook het eigendomsrecht op de molen. Dat
recht werd toen door de molenaar Pieter
Knuijt gekocht voor een bedrag van
fl. 1.410,-, waardoor hij volle eigenaar werd.
De familie Remijn
Pieter Knuijt had in 1869 voor de koop van
de molen een hypotheek genomen bij
Albrecht Willemse Remijn, landbouwer te
's-Heerenhoek. Pieter Knuijt was sedert
1880 niet in staat geweest de rente van de
hypotheek te betalen. Ingevolge de vol
macht die hem krachtens de hypotheek
akte toekwam, besloot Albrecht Remijn in
1882 de molen in het openbaar te verko
pen. Op 1 april van dat jaar vond in de her
berg, bewoond door Laurus Geus junior, de
verkoping plaats. Er was geen belangstel
ling. Na herhaalde oproepingen door nota
ris Liebert werd de molen toegewezen aan
Albrecht Willemse Remijn zelf, als hoog
ste en laatste bieder voor de som van
fl. 5.120,-. Albrecht Remijn was toen al
voor de derde keer weduwnaar. Zijn derde
vrouw, Catharina van Stee, was in 1881
overleden. Zelf stierf hij op 12 december
1885 op de leeftijd van 59 jaar.
Bij scheiding van de boedel van Albrecht
Remijn en Catharina van Stee kwam de
molen op naam van hun zoon Jacob
(Jaap) Remijn, die toen in Heinkenszand
woonde. Na de dood van zijn vader kwam
Jaap op de molen.
Hij trouwde op 20-jarige leeftijd met Cor
nelia Geus uit 's-Heerenhoek, dochter van
de schilder Laurus Geus en van Cornelia
Hoondert. Later was Jaap Remijn vele
jaren lid van de gemeenteraad en wethou
der van 's-Heerenhoek. Ook was hij een
bekend schutter. Bij een ongeluk met het
schieten heeft hij op een keer door een val
lende pijl het licht uit een oog verloren.
Nadat de molen op zondag 30 mei 1937 na
blikseminslag afbrandde werd de maalderij
voortgezet met een benzinemotor die al
eerder in de schuur van het bedrijf was
geplaatst. Het bedrijf was inmiddels al
overgenomen door Aalbregt Remijn,
geboren in 1895 en in 1928 gehuwd met
Geertruida Huige uit Ovezande. Binnen de
Vennootschap onder firma A. Remijn Sr. en
Zonen, wordt nu door de zonen en kleinzo
nen van Aalbregt Remijn, op de plaats
waar meer dan driehonderd jaar lang de
molenaars woonden en werkten, in graan
en andere producten gehandeld.
24