op het grondgebied van de gemeente 's-Heer Hendrikskinderen. De weg kwam op het grondgebied van die gemeente uit op Poelweg V ter hoogte van 'Motel Goes'. Dit waren watje zou kunnen noemen de hoofdwegen in het poelgebied van het 'Goes-Ambacht'. Nu volgen nog een aantal wegelingen en dreven. Deze weggetjes had den alleen belang voor de bereikbaarheid van afgelegen percelen. Sommige hadden een naam, andere niet. 9. Nissepadje. Ook wel Naastepad genoemd, een voetpad tussen Poelweg IV en de straatweg naar 's-Gravenpol- der. Een klein deel is daar nog van over. Zie daarvoor het artikel 'Een ver geten weggetje'. 10. Hubelamswegeling. Ook wel Derrie- wegje genoemd. Een doodlopend weg getje van Poelweg I - IV tot net over de Grote Watergang. Ook dit is beschre ven in bovenstaand artikel.7' 11. Padje van Daane, een doodlopend weg getje in de Bakkershoek. Nu ligt daar de Evertsenstraat. 12. Padje van Pilaar, eveneens in de Bak kershoek, bij het Zwart Sluisje. 13. In de westelijke hoeken van het 'Goes- Ambacht' lagen enkele doodlopende dre ven waarvan geen namen bekend zijn. Uit een 'ligger van wegen en voetpaden' uit 1886, die bewaard is gebleven, blijkt dat de wegen door het poelgebied van het 'Goes- Ambacht' echte landwegen waren. Ze waren over het algemeen smal. De breedste was Poelweg II (7,5 meter, inclusief de bermen), de smalste waren 3 meter, inclusief de ber men. Verharde wegen waren er niet, ze waren of gedekt met macadam, of ze had den een aarden wegdek. Ze dienden ook slechts een zeer lokaal belang, hoofdzake lijk voor de landbouw en de veehouderij.8' Tenslotte De situatie zoals die hier is geschetst geeft het wegenplan weer van het eind van de 18e eeuw/begin 19e eeuw. Tot de jaren 60 van de 20ste eeuw is er eigenlijk weinig veranderd in het wegenpatroon. Toen begon de ontwikkeling van het stadsdeel ten zuiden van de spoorlijn en de industrie gebieden ten zuid-westen van de stad. Daardoor zijn bijna alle poelwegen verdwe nen of ze verdwijnen op zeer korte termijn. Hopelijk levert dit artikel een kleine bij drage aan het inzicht hoe het poelgebied ten zuiden van Goes er ongeveer 150 jaar geleden uitzag. Hiermee is aan een verzoek voldaan. Schrijver dezes begrijpt ook wel dat de ont wikkelingen niet opgehouden kunnen wor den door de nostalgie van het verleden. Wel is dit een pleidooi om zorgvuldig om te gaan met het verleden en daar waar zich mogelijkheden voordoen, het verleden te bewaren. Noten: 1) Kadastrale Atlas van Zeeland, Goes/Kloetinge, 1832, blz. 7. 2) Notulen Stad Goes, 1822. 3) Kadastrale Atlas van Zeeland, Goes/Kloetinge, 1832, blz.14. 4) Archief Familie Pijke, nr. 26 G.A.G. 5) Kadastrale Atlas van Zeeland, Goes/Kloetinge, 1832, kaarten gemeente Goes en Goes-Ambacht. 6) 'Goese straatnamen', blz. 126/128. 7) Artikel 'Een vergeten weggetje'. 8) 'Ligger van wegen en voetpaden', 1886. Gebruikte literatuur: 1. Kadastrale Atlas van Zeeland, Goes/Kloetinge, 1832, uitgave 1987, O.W. Hoogerhuis c.s. 2. Van gesloten bolwerk tot open stad, F. de Klerk en L. Moerland, Goes, 1992. 3. Goese straatnamen, A.J. Barth,F.H. de Klerk en J.L.v.d. Valk, Alphen aan de Rijn, 1986. 4. Zeeland door de eeuwen heen, H. Pieters en M.van Empel, Amhem/Vlissingen, 1976 5. Stadsnotulen Stad Goes, 1822/1832. G.A.G. nr.58/69. 6. Archief Familie Pijke, G.A.G. 1973. 7. 'Een vergeten weggetje', 'De Spuije', nr. 52, blz. 17/18. 8. "t Reisvaerdig Beveland', J.C. van Hartingsveldt, Middelburg, 1984. 9. Ligger van wegen en voetpaden, 1886, G.A.G. nr. 1344. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2002 | | pagina 9