was er met veel moeite in geslaagd 80 Rot terdamse arbeiders toegewezen te krijgen. Maar over de prestaties van deze mensen was men zo ontevreden dat de aannemer zelfs een eis tot schadevergoeding indiende. De Wilhelminapolder liet gedurende enkele weken eigen landarbeiders aan de dijk wer ken, waar de werkzaamheden in de rest van de polder onder te lijden hadden. Omstreeks 20 augustus lukte het om 75 arbeiders uit de Noordoostpolder te krijgen. De aannemer Van Hattum Blankevoort uit Beverwijk zette ondanks de oorlogsom standigheden ondermeer twee draglines, een perszuiger, een baggermolen en een stoom- sleepboot in. De Duitse bezetter stelde aan de werkzaamheden wel enige voorwaarden. Zo moest de baggerboot 's nachts verankerd blijven en moesten de sleepboot en de schui ten van zonsondergang tot zonsopgang in de haven van Wemeldinge liggen. Een commis sie van de Wilhelminapolder bezocht op 28 juni samen met het hoofdbestuur de herstel werkzaamheden. In het verslag van dit bezoek is men vol goede moed over de toe komst. Op de baggermolen, die van uit de Schelde de specie voor het dijklichaam moest aanvoeren, hing de Nederlandse driekleur "waaronder de Zeeuwen zich scharen in den strijd tegen hun gemeenschappelijken vij and, het water. Moge over eenige maanden, wanneer de strijd geëindigd zal zijn en het land weer veilig ligt, de driekleur in veel voud waaien op den nieuwen machtigen dijk van den Wilhelminapolder." Het dichten van het laatste gat was tame lijk moeilijk, maar op zaterdag 14 augustus was de dijk dan toch gedicht. De zeewering moest nog wel verder afgewerkt worden. De aanvoer van basalt werd verschillende keren bemoeilijkt door beschietingen vanuit de lucht door de geallieerden. De laatste twee schepen met basalt die in Dordrecht lagen, moesten wachten op een gunstig moment. Zij konden in de week van 6 tot 13 november hun lading afleveren. Het hoofdbestuur van de Wilhelminapolder had gehoopt dat de aannemer de dijk af zou leveren op 15 oktober. Het werd uiteindelijk 26 november 1943. Van de gronden die onder water hadden gestaan kon in het voorjaar van 1944 in totaal 174 hectare bezaaid worden met gerst, koolzaad, mos terd, blauwmaanzaad, spinazie, bieten en klaver. De bewerking van de pas droogge legde grond was moeilijk. Bij regen slibde de bodem snel dicht, bij droogte vormde zich snel een korst. Uiteindelijk beoordeelde men de oogst van gerst en koolzaad redelijk en die van de andere gewassen normaal. Van de nooddam is in het landschap niets meer te zien. Aan de spannende maanden in de oorlog herinneren nu nog de overblijf selen van de oude zeedijk op de slikken. De betonnen muurtjes van het geheel wegge zakte deel van de dijk moeten ergens voor de kust van de Wilhelminapolder, in de diepte van de Oosterschelde, liggen. Bronnen: Encyclopedie van Zeeland, deel II, blz. 415. Poel, J.M.G. van der, De Wilhelminapolder 1809-1959. De Provinciale Zeeuwsche Courant van 13 april en 20 april 1943. RAZ: Archief van de maatschap De Wilhelminapolder 1809 - 1995: toegangsnummer 250: - Inv. Nr. 14, Weekverslag uitgebracht door de directeur aan het hoofdbestuur 1940 dec 28 -1949. Rapporten van de weken 10 -17 april 1043, 24 april -1 mei 1945, 31 juli - 7 augustus 1943, 13 - 20 september 1943 en 6 -13 novem ber 1943. - Inv. Nr. 37: Notulen van de vergaderingen van het hoofd bestuur, 1941-1950 mrt. Achterin: rapport van de jaar lijkse inspectie van de polder, september 1943. - Inv. Nr. 820: Stukken betreffende de dijkval van 9 april 1943, 1943 - 1944. - Inv. nr. 1082: Foto's door B. v.d. Hoef.; Archief van het waterschap Zeeuws Eilanden: Archief Wil helminapolder: Inv. Nr. 105: - Opgave ter beschikking staand materieel. - brief van Der Reichskommissar für die besetzten Nie- derlandischen Gebieten van 27 mei 1943. Noten: 1) De oude sluis aan het Sas was toen nog in gebruik. De huidige sluis is in 1985 in gebruik genomen. 2) In de Encyclopedie van Zeeland, deel II, blz. 415 wordt gezegd dat de dijk pas doorbrak enkele dagen nadat de oever op 9 april was aangetast. Uit het boek De Wilhel minapolder en de Provinciale Zeeuwsche Courant van 13 en 20 april 1943 blijkt echter dat de dijk op 9 april doorbrak, op dezelfde dag dat de oeverval was geconsta teerd. 3) Volgens Van der Poel in De Wilhelminapolder (blz. 246) liep het water om zes uur de polder reeds in. Volgens de Provinciale Zeeuwsche Courant van 20 april 1943, brak het water om 6.35 uur door de dijk heen. Omdat de krant gedetailleerder is, is hier gekozen voor die versie. 4) Volgens Van der Poel in het boek De Wilhelminapolder, blz. 246, vond deze doorbraak plaats tijdens extra hoge springvloed, op 19 april. Volgens het hoofdbestuur van de Wilhelminapolder brak de nooddam door tijdens de paasdagen die dat jaar op 25 en 26 april vielen (RAZ, Archief De Wilhelminapolder, inv. Nr. 820, brief van hoofdbestuur van 3 mei 1943 en inv. Nr. 37, circulaire no. 3 dijkval. 27 april 1943). 5

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2002 | | pagina 11