r Terug naar de vroegere situatie Na verloop van tijd bleek inderdaad dat de in 1853 genomen beslissingen niet de meest gelukkige geweest waren. De opzich ter Anthonie van Leent kon de vrijheid die hij in zijn nieuwe functie had gekregen, niet aan. De problemen die ontstonden Afb. 3. Otto Verhagen. Collectie Iconogra fisch Bureau, 's-Gravenhage. leidden er toe dat hij in 1861 'wegens her haald pligtverzuim' moest worden ontsla gen. Bij verschillende raadsleden heerste een gevoel van onbehagen en de vraag kwam aan de orde of niet een persoon met meer technische bekwaamheden moest worden aangesteld. Dit onder de benaming van architect. De meerderheid van de raad was evenwel voorstander van het bestendi gen van de situatie van de laatste jaren. Jan Soutendam werd als opvolger van Anthonie van Leent benoemd.3' Tijdens de vergadering van de gemeente raad van 28 oktober 1865, waarin de begro ting voor het jaar 1866 werd behandeld, maken wij kennis met Otto Verhagen. 4' Deze had twee maanden daarvoor als nieuw raadslid zijn opwachting in het col lege gemaakt. Het wekt verbazing om te zien hoe uitputtend hij zich in de vergader stukken had verdiept. Op een aantal pun ten maakte hij zinnige opmerkingen en plaatste hij kanttekeningen. Hij maakte vergelijkingen met situaties van een aantal jaren geleden, waaruit bleek dat hij tevens over een gedegen kennis van de geschiede nis beschikte. Het belangrijkste punt van kritiek van Verhagen betrof het ontbreken van een eigen bouwmeester. Zo zei hij: 'In 1854 is een deskundig en wetenschap pelijk opgeleid bouwmeester ontslagen en tot heden niet vervangen. Hij heeft bevon den dat sedert dien tijd bijna twee tonnen gouds aan de gemeentewerken besteed zijn zonder door een bekwaam architect te zijn voorgelicht. In de laatste zes jaar bedroeg dat cijfer 106.000,-.' Afb. 4. Burgemeester mr.M.P.Blaaubeen. Collectie GA Goes. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2002 | | pagina 16