aan voldaan diende te worden. Na uitvoe ring van het werk was te allen tijde de fiat tering door de stadsbouwmeester vereist. De opzet was noodzakelijkerwijs grondig. Wat er voorheen aan regels was gehan teerd, was gedurende de bouwmeesterloze periode vanaf 1 januari 1854, verwaterd en door betrokkenen voor zover mogelijk naar eigen goeddunken aangepast. Vandaar dat de 22-jarige Dirk de Koning een uitge breide instructie voorgelegd kreeg. Deze werd door de gemeenteraad vastgesteld op 30 januari 1867. Het proces-verbaal van beëdiging is gedateerd 3 mei 1867. 'Dirk de Koning, bouwkundige ten dienste van de gemeente' legde op die datum in handen van burgemeester mr.M.P.Blaaubeen 'den eed voor den bouwmeester' af.131 Wij kun nen concluderen dat het de doortastende en gedegen manier van optreden van het nieuwe raadslid Otto Verhagen - tegenover de weifelende en besluiteloze houding van de meerderheid van de gemeenteraad - is geweest, die aan het bouwmeesterloze tijd perk een eind maakte. Om aan te geven dat hij in maatschappe lijk opzicht bij de liberale bovenlaag van de Goese bevolking hoorde, werd Dirk de Koning onmiddellijk lid van het departe ment Goes van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. In de notulen van het departement werd hij op 18 oktober 1866 als nieuw lid vermeld.14' Eén van de acti viteiten van het Nut was de bevordering van de lichaamsoefening. Om hieraan gestalte te geven trachtte men te komen tot instelling van een zwemschool. Om de plannen uit te werken werd in 1868 een commissie ingesteld, bestaande uit de heren J.W. de Laat de Kanter, Dr. C. Walig en D. de Koning, die de verantwoor delijkheid voor het ontwerp op zich nam. Een eerste plan voor de inrichting van een zwemplaats aan de westzijde van het kanaal werd door de gemeenteraad afge wezen in verband met hinder voor de scheepvaart. Een door De Koning gemaakt nieuw plan, maar nu aan de oostzijde van het kanaal ter hoogte van de huidige zwaaikom, werd goedgekeurd. Omdat de gemeente echter alleen bereid was om de grond om niet beschikbaar te stellen als de inrichting gratis toeganke lijk zou worden voor het publiek, strand den de plannen. Eind 1874 belandden de plannen in de ijskast. 15) Een andere belangrijke activiteit waarin het Nut een rol speelde en waarin Dirk de Koning participeerde, was de oprichting van een ambachtsschool in Goes. Op 16 december 1875 werden Dirk de Koning, Z.D.van der Bilt la Motthe en Mr.M.J.de Witt Hamer als mededirecteuren van de in dat jaar gestichte ambachtsschool benoemd. Verder waren het vooral enkele plaatselijke aannemers die hierin een rol speelden. In een zeer vroeg stadium kwam men in Goes tot de oprichting van een der gelijke onderwijsinstelling.16' Al waren de eerste jaren moeilijk, de ambachtsschool zou wel overleven en later een succes wor den. Dirk de Koning bleef er door de jaren heen nauw bij betrokken. De begrotingen en bestekken voor het bouwen van een smederij in 1885 en voor de uitbreidingen van de school in 1893 en 1903 zijn van zijn hand17' In 1878 dreigde de gemeenteraad voor de stadsbouwmeester roet in het eten te gooien. Op 30 januari van dat jaar werd wegens een benoeming elders eervol ont slag verleend aan G.J.van de Weel, de opzichter der wegen en werken. In de gemeenteraad ontstond een discussie over het voorstel om de functie van opzichter op te heffen en de werkzaamheden onder te brengen bij de bouwmeester. Dit gepaard gaande met een salarisverhoging van 200,- per jaar. De maatregel zou echter grote gevolgen hebben voor het takenpak ket van Dirk de Koning, omdat hij zijn leraarsfunctie niet op dezelfde wijze zou kunnen blijven uitoefenen. Een meerder heid van de raad deinsde er uiteindelijk voor terug om de positie van de bouwmees ter aan te tasten en alles bleef bij het oude. Als opvolger van G.J.van de Weel werd J.W.F.Couvée als opzichter aange steld.18' Zonder opgaaf van redenen nam Dirk de Koning met ingang van 1 juli 1903 afscheid van de functie van stadsbouw meester. Hij werd per die datum als zoda nig opgevolgd door F.G.C.Rothuizen te Heelsum. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2002 | | pagina 20