De gemeentelijke gasfabriek
1890 was voor Dirk de Koning het jaar van
een nieuwe uitdaging. G.J.Wolters, de
directeur van de gemeentelijke gasfabriek,
vertrok naar Zaandam, zodat deze functie
vrij kwam.19' Dirk de Koning was één van
de kandidaten. In de raadsvergadering
van 10 juni 1890 werd een discussie
gevoerd over de vóór- en nadelen van zijn
benoeming in deze voor de stad belang
rijke functie. Er waren raadsleden die
doen zijn.'
Met tien stemmen vóór en drie blanco
volgde de benoeming, ingaande 1 augustus
1890. Hij kreeg ontheffing van de verplich
ting om als directeur de dienstwoning op
het terrein van de gasfabriek te betrekken.
Zijn aanstelling vond plaats in samenhang
met zijn betrekking van gemeentebouw
meester, met verlening van eervol ontslag
als leraar tekenen aan de gemeentelijke
inrichtingen van middelbaar onderwijs.20'
Afb. 7. De gemeentelijke gasfabriek aan de Westelijke Havendijk. Foto 1919. Col
lectie GA Goes.
betwijfelden of 'den heer De Koning vol
doende tijd aan de gasfabriek zal besteden,
temeer daar hij er niet woont'. De stads
bouwmeester had evenwel in Goes zijn
sporen reeds ruimschoots verdiend en
genoot een grote mate van vertrouwen. De
voorzitter zei dan ook:
'dat de bekende ijver en goede hoedanighe
den van den Heer De Koning een waarborg
zijn voor de richtige behartiging dezer zaak
en zijne technische opleiding hem spoedig
volkomen op de hoogte der gasfabrikage zal
Het zal een bewuste keuze geweest zijn om
na al die jaren het onderwijs vaarwel te
zeggen. In financieel opzicht veranderde er
weinig voor hem. Zijn jaarsalaris als direc
teur van de gasfabriek, naast en in combi
natie met zijn functie van bouwmeester,
bedroeg 900,-. Als tekenleraar was dit
800,-. Als bouwmeester bedroeg zijn jaar
wedde 1000,-.
Dirk de Koning zou het vertrouwen dat de
burgemeester en het merendeel van de
raadsleden in hem stelden, ten volle waard
blijken te zijn. In het verslag over de gang
15