150 jaar Gemeentearchief
A.J. Barth
In december 1852 benoemde de gemeente
raad van Goes J.G. Ab Utrecht Dresselhuis
tot archivaris van de gemeente. Lang heeft
de man niet kunnen genieten van de schat
ten die overal verspreid in het stadhuis
aanwezig waren, want een jaar later was
hij al overleden. Een dominee, een aantal
docenten aan de Rijks HBS, een schoenen
verkoper en in het vak opgeleide ambtena
ren volgden hem op.
In de negentiende eeuw was het de predi
kant Soetbroodt Piccardt, die jarenlang het
archivariaat bekleedde en de gemeentelijke
oudheidkamer beheerde. Hij publiceerde
een inventaris van de archieven en van de
gemeentelijke oudheden en liet en passant
een groot aantal schilderijen verkopen,
waaronder vermoedelijk een Laatste Oor
deel van Lucas van Leijden en een aantal
schuttersstukken. Goes had geldgebrek en
de archivaris achtte het beter dat anderen -
kunstliefhebbers - op een verantwoorde
wijze met het Goese cultuurbezit zouden
omgaan.
De schoenenhandelaar mag ook niet onver
meld blijven. Hij publiceerde in de periode
1918-1935 weinig en inventariseerde ook
niet, maar paste wel heel goed op de
archiefwinkel. Onder zijn bewind kwam er
een echter een archiefbewaarplaats tot
stand in de voormalige vleeshal van het
stadhuis. Inmiddels was het archiefwezen
aan wettelijke regels gebonden en die
maakten de weg vrij voor wetenschappelijk
opgeleide ambtenaren. De eerste was mw.
dr. S. van Zanten Jut. Zij had geen fulltime
baan in Goes, maar bekleedde ook het
archivariaat in Hulst. Tot 1970 heeft de
Goese archivaris er altijd standplaatsen bij
gehad om aan een aanvaardbaar salaris te
komen. Zo was Stadermann ook archivaris
van Hulst en daarnaast nog ambtenaar bij
de provinciale archiefinspectie. Zelfs de in
1968 aangetreden L. J. Abelmann
bekleedde tot 1 januari 1970 nog dat ambt
in de gemeente Tholen.
Met de komst van Abelmann traden grote
veranderingen op. De gemeente Goes
bouwde in 1972 een aan alle wettelijke
eisen voldoende archiefbewaarplaats. Er
kwam een ruime studiezaal voor het
publiek en de archivaris stond mede aan de
wieg van de Heemkundige Kring. Inventa
rissen kwamen tot stand van alle gemeen
telijke archieven, in de bewaarplaats kwa
men talloze archieven van kerken,
verenigingen, stichtingen, bedrijven en
personen. Alles met het doel te zorgen voor
een papieren dwarsdoorsnede van de maat
schappij. Het publiek steeg van net 100
bezoekers in 1970 tot ongeveer 2500 thans.
Contacten werden gelegd met het onder
wijs, niet alleen de basisscholen en die voor
voortgezet onderwijs, maar ook met instel
lingen op het gebied van de volwassenen
educatie. Lesbrieven, ondersteund door
audio-visueel materiaal, werden opgesteld
over een breed scala van onderwerpen, van
de geschiedenis van de gilden tot de
Tweede Wereldoorlog en de sluiting van de
Zandkreek. Historische fietstochten en
stadswandelingen verschenen in druk voor
de toegewijde geschiedenisliefhebber en de
argeloze toerist.
Op het door Abelmann gelegde fundament
bouwen de huidige archivaris en zijn mede
werkers en medewerksters verder. Ze
breidden daarbij het Goese archief uit tot
een regionaal historisch centrum. De Goese
archivaris is qualitate qua ook benoemd tot
archivaris van de gemeenten Noord-Beve
land, Borsele en Kapelle. Het aantal publi
caties van het gemeentearchief heeft
inmiddels het getal vijftig overschreden.
Nauwe contacten kwamen tot stand met de
gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen en het
Waterschap aldaar. Alles met het doel: de
kennis van Goes, Zuid-Beveland en overig
Zeeland te promoten en te vergroten.
Moderne hulpmiddelen zoals de digitale
werkomgeving helpen daarbij, zonder dat
het oude wordt vergeten!
23