eene der voornaamste vereischten van een kostschool uitmaakt'. Het spijt de commissie daarom zeer dat zij toch enige klachten over de onderwijzer heeft vernomen: hij zou hebben geweigerd bepaalde kinderen tot zijn school toe te laten en verder zou hij het niet al te nauw nemen met de schooltijden. Omdat er voorlopig geen nadere verslaggeving volgt, nemen we aan dat de schoolhouder zijn leven heeft gebeterd. Vijfjaar later, in april 1821, wordt gemeld dat Le Clercq lesgeeft in Frans, schrijven, rekenen, in de beginselen der aardrijkskunde en andere 'bij-wetenschappen' en dat er 'tamelijk veel orde en eerbied wordt aangetroffen'. Nadat er in 1821 in Goes een wezen- en armenschool is opgericht, wordt er in 1823 een nieuwe schoolcommissie geïnstalleerd. Deze commissie telt vier leden, waarvan er twee afkomstig zijn uit het gecombineerd wezen- en armbestuur. Ze fungeert als adviesorgaan voor het stadsbe stuur en brengt regelmatig gevraagde en ongevraagde adviezen uit (GAGASG, nr.71). De notulen van de commissievergaderingen vormden een belangrijke bron voor mijn onderzoek. Afb. 1. De Lange Kerkstraat in Goes omstreeks 1900. De vroegere Franse school bevond zich op de foto naast het huis met de vensterluiken. Tegenwoordig is hier een DA-drogist geves tigd (Lange Kerstraat 16). Hoewel de term 'middelbaar onderwijs' niet wordt gebruikt, is de Franse school bedoeld voor kinderen die al enkele jaren op een gewone lagere school hebben gezeten of die les hebben gehad van een huisonderwijzer. Om te bewijzen dat ze het basisprogramma - lezen, schrij ven, rekenen - beheersen, neemt de schoolcommissie ze een soort toelatingsexamen af. De meesten slagen hiervoor, maar er zijn uitzonderingen, zoals het zoontje van de heer G.G. van der Ven. De schoolcommissie deelt de vader op 17 augustus 1829 het volgende mee: 12

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2003 | | pagina 14