Dat het op Zuid-Beveland een serieuze zaak is valt op te maken uit de namen die voorkomen op
de lijst van, in eerste instantie, twintig aandeelhouders. Voorzitter is G.J. van den Bosch, direc
teur van de Wihelminapolder en dijkgraaf. Hij kwam voort uit een familie die al tientallen jaren
een bijdrage leverde aan het op een hoger peil brengen van de Zeeuwse landbouw. Zowel door
het voortdurend verbeteren van de landbouwpraktijk, ook zijn vader en grootvader waren direc
teur van de Wilhelminapolder geweest, als door allerlei publicaties, o.a. over de meekrapteelt.
Van den Bosch was houder van acht van de drieëndertig aandelen. Ook leden van de familie
Kakebeeke spelen een belangrijke rol, zij hebben samen eveneens acht aandelen. Het zijn:
Joh. Corn. Kakebeeke, burgemeester van 's-Heer Hendrikskinderen en Wissekerke en keur
meester van de meede in Goes;
Jac. Piet. Kakebeeke, lid van de provinciale Staten van Zeeland;
W.L. Kakebeeke, lid gemeenteraad Goes en burgemeester van Hoedekenskerke;
J.Q.C. Peman Kakebeeke, gezworene waterschap de Brede Watering Bewesten Yerseke;
J.M. Kakebeeke, lid provinciale Staten en later ook dijkgraaf. (Hij was een zwager van Van
den Bosch.)
De andere aandeelhouders zijn:
Jhr Mr. C. van Citters,
Marinus de Jager,
C.J. Labrijn,
Joh. Jeronimus van Weel,
J.I. Koens,
Adr. van Damme,
Jan Rottier Cz.,
Adr. van Neuren,
Mr. P.H. Saaymans Vader,
Adr. Nijssen,
A. van Weel,
Joos van Damme,
Adr. Braamse,
C.A.L. Danckaerts.
De vereniging heeft de beschikking over een Oldenburgse hengst genaamd Nelson. Hij wordt
in principe ingezet om zowel merries van de aandeelhouders als van niet-aandeelhouders te
dekken. In januari 1874, voor het begin van het dekseizoen, blijkt de conditie van de hengst
niet zo goed te zijn. Men besluit daarop om voor niet-aandeelhouders niet meer verder dan
Afb. 1. Oldenburger. Uit: Welt der Pferde.
17
